86. Besluit Ged. Staten, houdende intrekking per 31-12-1830 van de per 1-1-1830 aan de Ontvanger der Rijksaccijnsen gedane opdracht van invordering der plaatselijke belasting op het Gemaal, en bepaling, dat hij daarvoor over 1831 zal genieten 1^%, onafhankelijk of hij die inning al dan niet behoudt. Door Raad besloten de inning van het Gemaal op te dragen aan de Ontvanger der ste delijke Accijnsen: Ernst Kiezer, tegen 400,per jaar extra, en de expeditie der consenten, bij voorraad over 1831. Aan de Ontvanger der Rijks Accijnsen zal hierover bericht worden gegeven. R27-12-18306. Mededeling door Ged. Staten van K.B15-11-1830, 10., waarbij zijn geauthori- seerd Plaatselijke Belastingen, die 1-1-1831 worden ingevoerd. Afgekondigd door aanplakking. R27-12-1830, 1. Missive Commies Controleur aangaande het toezicht op de stedelijke middelen, vooral het Gemaal In advies gehouden. 3-9-1831, 11. Toezending door Ged. Staten van K.B. 15—12—1831waarbij wijziging wordt ge bracht in de bestaande bepalingen omtrent de goedkeuring der tarieven en reglementen van Plaatselijke Belastingen. 17-1-1832, 2. Besluit Gouverneur aangaande de wijze, waarop de handelaars in suiker op het terrein van toezicht kunnen bewijzen, dat zij hun voorraad uit het binnenland hebben ontvangen. 21-4-1832, 3. Besluit Gouverneur aangaande de te doene aanpeil van harde en zachte zeep. 12-5-1832, 4. Besluit Gouverneur aangaande de uitvoering van de Wet houdende: Accijns op Zeep, met verzoek om Art. 34 dezer Wet te publiceren. Is reeds in Leeuwarder Courant geschied. 15-5-1832, 2. Verzoek door Arrondissements Inspecteur alhier om informatie of B. en W. ge negen zijn een in de nacht van 30 op 31 mei 1832 aangehaald vaatje zeep van een onbe kende voor de helft der waarde over te nemen. B. en W. antwoorden daarbij geen belang te hebben. 11-7-1832, 2. In verband met mededeling van Ged. Staten, dat de Gemaalbelasting voor de ge meenten wordt vervangen door een belasting voor het Rijk, waarbij 2 gulden zal worden geheven op 100 pond tarwe en 60 cent op 100 pond rogge, wordt besloten om via Ged. Staten aan Z.M. te verzoeken om, in verband met derving van inkomsten, het maximale aantal opcenten te mogen heffen op deze Rijks accijnsRl-4-1833, 1. Besloten om, aangezien het boven verzochte niet voldoende is, ter compensatie aan Z.M. via Ged. Staten te verzoeken op het Binnenlands Gedestilleerd 125 opcenten te mogen heffen, in plaats van thans 50. Ril—4 1833» 2. Mededeling door Ged. Staten, dat, op grond van de Wet van 29-3-1818 de Rijks accijns per 1-5-1833 in werking treedt. In verband wordt de indertijd ingezonden Begroting 1833 ter correctie teruggezonden. In verband daarmede wordt besloten om: 1. De Begroting bij te werken. 2. Deze in te zenden bij Ged. Staten, met een suppletoire memorie van aanmerkingen. 3. Aan Ged. Staten de tarieven van de accijns op Gemaal en Binnenlands en Buitenlands Gedestilleerd in te zenden ter goedkeuring door Z.M. 4. Via Ged. Staten van Z.M. de goedkeuring van de voortdurende heffing der genoemde opcenten aan te vragen. R17—4-1833, 1. Missive van Gouverneur, naar aanleiding van Ril—4—1833, 2., in bedenking ge vende of het niet van belang is behalve de opcenten op het Binnenlands, ook die op het Buitenlands Gedestilleerd te verhogen. Is reeds door Raad besloten. 20—4—1833, 7. Missive Ged. Staten, waarin wordt aangedrongen op zoveel mogelijk gelijkheid van belastingen in de verschillende gemeenten. In verband met het bovenstaande is door Raad, onder verwijzing naar Raadsbesluit r7-4-1833, 1., besloten Ged. Staten te verzoeken op Begroting 1833 de accijns op buitenlandse wijn toe te staan op 8,per vat, en de opcenten op de Rijksaccijns Geslacht te brengen van 50 op 75. Rl-6-1833, 1. Toezending door Ged. Staten van K.B. 4-7-1833, N23, aangaande de voorlopige regeling tijdens het lopende jaar van de plaatselijke belastingen, met machtiging, om per 1-8-1833 de verhoogde belastingen op wijn, binnen- en buitenlands gedestil leerd en Geslacht te doen invorderen. Medegedeeld in Raad. 23-7-1833, 1. Mededeling hiervan in Raad. Aan B. en W. de uitvoering opgedragen. R24-7-1833, 1.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 87