87.
Ter voldoening aan Raadsbesluit R24-7-1833 aangaande de heffing van verhoog
de accijns op wijn, gedestilleerd en geslacht per 1-8-1833, is door B. en W. besloten
op Dinsdag 30-7-1833 afkondiging te doen, dat alle handelaars, etc. in dranken, die
meer dan 20 kan in voorraad hebben, daarvan opgave moeten doen, in verband met de
aanpeiling, die daarna door de beambten zal plaats hebben.
Aan Commies Controleur opgedragen zich naar de inhoud hiervan te gedragen.
27-7-1833, 14.
Mededeling door Ged. Staten, dat deze van oordeel zijn, dat de bij Missive de
zerzijds 24-7-1833, N577 medegedeelde kwestie aangaande de aanpeil bij branders, han
delaars en vleeshouwerseen huishoudelijke zaak isen door de Raad behoort beslist
te worden: alleen worden enkele algemene regels gegeven. 3-8-1833, 6.
Inzending door Commies Controleur van verslag der van 1-8-1833 tot 8-8-1833
gedane aanpeilingen bij handelaars in dranken en vleeshouwers, met advies hoe te
handelen
In verband daarmede is door B. en W. bepaald:
1. Vrijstelling van aangifte voor aanwezige partijen drank, minder dan in de publica
tie van 30-7-1833 aangegeven.
2. Voor het einde dezer maand aan alle belastingschuldigen toe te zenden de rekening
en van verschuldigde accijns.
3. Dat op de aangegeven voorraad een korting zal worden gegeven van:
1 vat wijn op een aangifte van boven 20 vaten,
20 kan (tengen 10,op iedere aangifte van gedestilleerd,
10 pond vlees en spek per aangifte.
4. Betalingen in 2 termijnen te voldoen: voor 15 september en voor 30 september 1833.
5. Aan Commies Controleur wordt de tevredenheid van B. en Wbetuigd wegens het
verrichtte. 13-8-1833, 17.
Antwoord Ged. Staten op de door B. en W. gedane vraag of de aanpeilingen bij
de branders en handelaars in dranken, bij de vleeshouwers en slagers, die overal
moeten plaats hebben, algemeen moet zijn dan wel alleen over het onverimporte gaan.
Ged. Staten antwoorden, dat dit een zaak is, waarover de Raad heeft te beslissen,
als zijnde een zaak van plaatselijke belasting.
Deze vraag is reeds vervallen door de plaats gehad hebbende algemene aanpeil.
Een Raads Commissie is benoemd om te onderzoeken of van dranken, die voor de aan
peil zijn verimport, de verhoging der opcenten alsnog moet worden betaald
R9-9-18331.
Rapport der Commissie, houdende advies, dat van dranken, die voor de aanpeil
zijn verimport, de verhoging der opcenten, even gelijk als van de onverimporte moet
worden betaald.
W.H. Suringar moest tijdens deze behandeling de vergadering verlaten wegens Art. 65
van het Stedelijk Reglement. R18-1 1-1833, 11.
Missive Commies Controleur, houdende o.m. voorstel tot wijziging van enkele
artikelen van het Reglement van de Plaatselijke Belastingen.
In advies gehouden. 17-12-1833, 10.
Mededeling door Ged. Staten van K.B. 23-12-1833, N83, houdende machtiging om
met de heffing der plaatselijke belastingen op Gemaal, Geslacht, Gedestilleerd, Wijn,
Brandstoffen, op de tegenwoordige voet kan worden voortgegaan tot 6-7-1834.
28-12-1833, 3.
Besluit Gouverneur aangaande het vervoer van aan accijns onderworpen goederen
op biljetten, waarvan de tijd reeds verstreken is.
Gezonden aan Commies Controleur. 11-3-1834, 1.
Besluit Ged. Staten ter uitvoering van het K.B., waarbij de plaatselijke be
sturen worden gemachtigd met de heffing der bestaande belastingen voort te gaan tot
1-10-1834.
Is reeds uitgevoerd. 28-6-1834, 2.
Verzoek Gouverneur om opgave der belastingen op Gemaal en Geslacht over 1833
Gesteld in handen Commies Controleur, fungerend Hoofd Commies. 16-8-1834, 7.
Inzending door Commies Controleur van de bedoelde staat: deze wordt aan Gou
verneur gezonden. 22-8-1834, 13.
Besluit Gouverneur aangaande het op ongezegeld papier stellen en gratis regi
streren der acten van eedsaflegging der plaatselijke beambten als buitengewoon Com
mies voor toezicht op de Rijksmiddelen zonder bezoldiging. 30-8-1834, 3.
Besluit Gouverneur aangaande het op ongezegeld papier afgeven en gratis re
gistreren van de acten van aanstelling van de Rijkswegers of Meters van Steenkolen
zonder traktement. 13-9-1834, 1.
Besluit Ged. Staten ter uitvoering van machtiging van Z.M. om na 1-10-1834
nog voorlopig de bestaande plaatselijke belastingen te heffen. 4-10-1834, 7.