2. Koeriers aan civiele of militaire autoriteiten. Post. Med. Doctoren, Artsen en Vroedvrouwen. Bedienden van Justitie en Politie. Stedelijke Commiezen in functie. Officieren van Schutterij en Militie op wacht buiten. 5-7-1823 10. Verzoek van Gouverneur om opgave of er sedert 1813 door het garnizoen ook reclames zijn gedaan tegen het betalen van Poortgeldenvragende toevoeging van copieën van officiële stukken. 29-1 1- 1823 10.. Nieuw tarief der Póórt-, Boom- en Bruggelden voor de 4 poorten en de Vrouwen Waterpoort, ingaande 1-8-1824. 3-7-1824 16.. Op verzoek van de Commandant der Schutterij is besloten, de tarieven der sluitgeldennaan de poorten op te hangen. 27.-7- 1824 7. Toezending door Ged. Staten aan Raad van verzoek aan Z.M. door enkele in- en buitengezetenen der stad in verband met de Poortgelden en het sluiten der poorten. In Raad gebracht. 21-8-1824 6. Behandeling in Raad van het verzoek bovengenoemd tot afschaffing der Poortgelden 0,10 na s'avonds 10 u., en in de wintermaanden vanaf het invallen der duisternis tot 10 u. 0,05). Afwijzend advies. R. 20-9-1824 2. Verzoek door Ged. Staten op aanvraag van de Adminis trateur van het Binnenlandsch Bestuur om toezending van het Regle ment' der Poortgelden. Toegezonden is Raadsbesluit R. 21-6-1824. 4 en Besluit B W 31-7-1824., 16, onder mededeling, dat de heffing der Poortgelden een oud gebruik is, waarvan geen oud Reglement bestaat. 29-1-1825 5. Aanschrijving aan het Bestuur der stad op last van Z.M. om voor 1-8-1825 een vernieuwd Reglement en verminderd tarief voor de Poortgelden ter goedkeuring aan te bieden. In Raad gebracht. 16-7-1825 9. Inzending door Commandant Schutterij van een aan deze door Commissaris van Politie gezonden klacht, dat de Sneker schip-1* pers HERMANUS D00DK0RTE en JAN GRAMSMA, alhier wonend, in de nacht van 8-2-1825 weigerden Sluitgeld te betalen. Gesteld in handen Burgemeester. 19-2-1825 6. de volgende dag is terstond het sluitgeld door beide schippers betaald. 26-2-1825 10. Reglement op het sluiten der poorten en tarief voor Poortgelden, op voorstel van B W door Raad op 19-7- 1825 bij rond gegane Missive aangenomen, daar volgens K.B. het reglement op 1-8-1825 moet zijn ingevoerd. R. 22-8-1825 7- Goedgekeurd door Z.M. Door B W dit per rondschrijven aan Raad medegedeeld. 17-9-1825 7.. Door Raad opdracht verstrekt tot het per 1-10-1825 in werking brengen. 24-9-1825 13. Mededeling in Raad, dat reglement is goedgekeurd door Z.M., en dat het is gepubliceerd op 24-9-1825, om in werking te treden per 1-10-1825. R. 3-10-1825 1. Mededeling, dat het 3/4 voor de stad van de Sluitgelden 1e kwartaal 1826 bedraagt 235,47s, waarvan is uitgegeven aan de Noodhulp Ratelaars 54,. (29—10—1825 - 10) en aan de Gezworen Wakers 78,68, als beloning voor perceptie en surveillance, zodat overblijft 102,79s, dat bjj de Ontvanger moet worden gestort. 1-4-1826 24. Het zuiver bedrag der Sluitgelden ten behoeve der stad, 2e kwartaal 1826, is vastgesteld op 211,21. 1-7-1826 12. Mededeling, dat in 3e kwartaal 1826 de zuivere op brengst der Sluitgelden is 375,71. 3-10-1826 11. Staat opbrangst en uitgaaf der Sluitgelden 1826, 4e kwartaal: gestort bij Ontvanger 107,60. 6-1- 1827 30. Mededeling door Ged. Staten- van K.B. 9-4-1819, No.97, omtrent het heffen van Markt-, Kaai-, Haven-, Sluis-, Weg- en Poortgelden, e.d. 21-11-1826 2.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 2