4 1
Verzoek door Commies Controleur om, evenals in vorige
winters, voor elk der 6 commiezen 6,-- voor turf beschikbaar te stel
len
36,-- toegestaan, met opdracht om toe te zien dat het bedrag voor dat
doel wordt gebruikt. 17-12-1825, 17.
Aangezien de Commies Controleur nog niet heeft voldaan
aan de opdracht van 17-12-1825, 16. tot mededeling van de maatregelen,
genomen na de herstelling van commies DU PON, en ook nog niet is toe
gezonden de staat der beambten volgens besluit van 3-1-1826, 11., wordt
hem door B. en W. de onverwijlde inzending gelast. 14—1 18269.
Mededeling door Commies Controleur, dat hij bij de herstel
ling van commies DU PON op 20-12-1825 de provisioneele aanstelling van
vervangende adsistent heeft ingetrokken, en dat, zolang de zon-na 6 uur
opkomt, de dienst door 6 commiezen kan worden waargenomen.
17-1-1826, 3.
Missive Commies Controleur, houdende:
1. Dat door hem volgens Art. 2 van Besluit B. en W. 4-5-1824, N3, in
verband met Art. 84 van het Reglement Gemaal, van Ontvanger indirec
te Belastingen zijn ontvangen 6,--, zijnde 2/3 van een boete.
2. Dat hij, volgens Instructie Hoofd Commies, Art. 25 en volgens Art. 3
van Res. B. en W. 4-5-1824, N3, daarbij van het 2/3 gedeelte, ad 4,
heeft bestemd voor de Commies Controleur, en 1,50 voor ieder der
beide Rijks Commiezen, die de bekeuring hebben gedaan.
3. Dat deze dit bedrag weigeren, aangezien zij bewezen volgens Art. 84
van genoemd Reglement, recht te hebben op 2/3 gedeelte der boete.
Commies Controleur vraagt nader instructie hoe te handelen, aangezien
bovengenoemd Reglement thans verouderd is.
Door B. en W. wordt geantwoord:
1. Art.. 84 van besluit B. en W. 4-5-1824, N3, is met het nieuwe Regle
ment vervallen.
2. Bij verdeling van boeten moet het Reglement nauwkeurig worden toege
past. Dit schrijft voor:
1/3 gedeelte Voor de aanbrenger (in dit geval de Rijkscommiezen).
1/3 gedeelte voor de gezamenlijke beambten ter recherche (Stedelijke
en Rijks
1/3 gedeelte voor de Algemene Armen
3. Bij overtredingen, die met afzonderlijke straffen moeten worden vast
gesteld, geldt K.B. 17-6-1825, N83, dat is medegedeeld bij Missive
11-8-1825, N445.
4. Commies Controleur wordt gelast opgave te doen van de beambten ter
recherche, die recht hebben op verdeling van boeten, over Dec. 1825.
3-1-1826, 1 1..
Inzending door Commies Controleur van de staat van de
gezamenlijke beambten ter recherche, aan wie een gedeelte van eventuele
boeten moet worden ter hand gesteld, gevraagd bij besluit 3-1-1826, 1 1.
17-1-1826, 4.
Door B. en W. het 1/3 gedeelte der boeten onder de ambte
naren alsvolgt te verdelen:
Hoofdinspecteur Directe Belastingen, etc. (Rijk) 1 deel.
Arrondissementsinspecteur idem (Rijk) 1 deel.
Controleur Rijks Accijnsen (Rijk) 1 deel.
Controleur Stedelijke Accijnsen (Stad) 1 deel.
Ontvanger Stedelijke Accijnsen (Stad) 1 deel.
Rijks Commiezen (Rijk) 1 deel.
Stedelijke Commiezen (Stad) 1 deel.
Voor Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies 3 delen, daar deze
de leiding der recherche heeft. 21-1-1826, 14.
Klacht van Commies Controleur over nalatigheid der Com
miezen COLERUS, REEDER, ROSEMAen REINKING
Deze zijn hierover onderhouden door Burgemeester en bedreigd met schor
sing of ontslag. 31-1-1826, 7.
Verzoek door Commies Controleur der Belastingen, om
ter versterking der 6 commiezen 2 commiezen 2e rang te benoemen, tegen
een salaris van 300,--, einde Maart, tengevolge van het lengen der
dagen
In Raad gebracht. 11-3-1826, 11.
Door Raad besloten, dat provisioneel, en zolang nodig
is, nog 2 commiezen zullen worden aangesteld tegen een salaris van
400,-- per jaar,.' R13-3-1826, 3.