1 *47
Betrokkene verkeert met haar *4 kinderen in
grote armoede. Indien de Armvoogdij St. Anna Parochie
niet onverwijld behoorlijk helpt, wordt zij met haar
kinderen naar de Ommerschans opgezonden. 21-2-1826 9
Grietman heeft de Armvoogdij gelast zonder
uitstel haar met de kinderen in alimentatie over te
nemen. 28-2-1826 5
Antwoord van Schoterland op Missive dezerzijds
10-2—1826. No.80, houdende, dat de administratie, die
Klaas Baukes Beeltje moet verzorgen, opzending naar de
Ommerschans verkiest, daar hij moreel ongunstig bekend
staat. 18-2-1826 6
Mededeling door Gouverneur, dat uit de Ommer
schans zijn gedeserteerd de dezerzijds daarheen gezonden
personen: Hermannus Holleweg,
Johanna Fransen,
Geertruida Holleweg,
Anna Maria Holleweg,
Johannes Holleweg,
Verzocht wordt arrestatie en terugzending. 6-1-1827 9
Mededeling door Gouverneur, dat Scheffer en
Lubach met hun gezinnen op 13-2-1827 uit de Ommerschans
zullen worden ontslagen, doch Holleweg niet, wegens
desertie met zijn gezin. 27-1-1827 8
Informatie door Gouverneur of het onder
standsdomicilie van: Antje Hanraats en haar kind,
Helena Catharina Olivier, beide geboren te Brunssum,
(Limburg)niet ïn deze stad is, aangezien haar man
Mathijs Olfers, kleermaker, hier 10 jaar heeft gewoond.
In advies gehouden. 18-3-1826 3
Haar domicilie van onderstand is alhier, daar
zij gehuwd is met Mathijs Olfers of Olivier, kleermaker,
die hier 10 jaar heeft gewoond. 21-3-1826 1*4
Mededeling door Gouverneur, dat Antje Hanraats
en Helena Catharina Olivier- ten laste dezer stad in de
Ommerschans zijn opgenomen. 26-8-1826 5
Toezending door Gouverneur van verzoek van de
Administrateur van het Armwezen door Martinus Olivier,
om zijn vrouw en kind uit de Ommerschans ontslagen te
krijgen.
B. en W. berichten, dat verzoeker is van goed gedrag.
Zijn vrouw is naar Brunssum gereisd om een erfenis van
haar vader Theodinus Hanraats, en onderweg ziek geworden
waardoor zij genoodzaakt zal zijn om een aalmoes te vra
gen. Zij is dus door een samenloop van omstandigheden
naar Veenhuizen gebracht. 16-9-1826 *4
Betrokkenen zullen worden ontslagen.
25-11-1826 7
Mededeling door Gouverneur van ontslag uit de
Ommerschans van A. Hanraats en H.C. Olivier. 3-2-1827 5
Mededeling, dat Hermannus Holleweg en Johanna
Fransen, echtelieden, met hun 3 kinderen: Geertruida,
Anna Maria en Johannesdie zich op 1 1-2-1826 vrijwillig
en zonder schuldig te zijn aan bedelarij, naar de Ommer
schans zijn vertrokken, verlangen (volgens opgave te
Veenhuizen) om de inrichting weer te verlaten.
Door B. en W. wordt aan de Permanente Commissie vrijla
ting verzocht; eventuele onderhoudskosten zal de stad
aflossen. 1_2+_1826 21
Antwoord van Permanente Commissie van Welda
digheid op Missive dezerzijds 1-*4~1826, houdende, dat
zij niet bevoegd zijn personen uit de Ommerschans etc.
te ontslaan, maar dat alleen de Administrateur van het
Armwezen daartoe bevoegd is, en dat verder Hermannus
Holleweg nog geen jaar in de kolonie is geweest.