Besloten Tetje Rosier over te brengen en Lea Drielsma af te halen,
en overleg te plegen met Jr. Lycklama d Nijebolt. 27-3-1841 7.
Toezending door Officier van Justitie van vonnis, houdende
machtiging om Tetje Rosier in een krankzinnigengesticht te plaatsen.
30-3-1841 2.
Toezending door Officier van Justitie van de volgende in
lichtingen aangaande de krankzinnige Tetje Rosier. 13—41841 4.
Mededeling door het bestuur van het krankzinnigengesticht
te Deventer, dat: Tetje Rosier, voor rekening dezer stad aldaar
verpleegd, is overleden. 28-11-1843 7.
Terugzending door Gouverneur van bedrag van fl.2,-, blijkens
declaratie van het Bestuur van het Krankzinnigengesticht te Deventer
over het le kwartaal 1841 teveel betaald.
Gestort in de kas van de Ontvanger als buitengewoon Ontvang over 1841.
29-5-1841 7.
Missive van Gouverneur, houdende verevening wegens de bij
vooruitbetaling gestorte kosten van krankzinnigen gedurende 3e
kwartaal 1841, waaruit blijkt, dat teveel is betaald fl.38,-, met
verzoek om dit bedrag bij de Commies Alma terug te ontvangen.
Zal gevolg aan worden gegeven. .6—11—1841 3.
Mededeling door Martijntje Goos, huisvrouw van Thomas
CaTrrmjngaboekbinder alhier, dat haar man lijdt aan verstandsver
bijstering en dat door de Rechtbank bevel is gegeven tot plaat
sing in een krankzinnigengesticht, waarvan zij de kosten echter
niet kan betalen.
Door B. en W. besloten van stadswege hierin te voorzien en van Ged»
Staten mahtiging te vragen tot plaatsing in het gesticht te Deventer.
6-11-1841 14
Door Ged. Staten machtiging verleend. 13-11-1841 5
In het gesticht te Deventer overleden: Thomas Camminga,
geb. te Leeuwarden 24—10—1801. 14-5-1842 13
Machtiging van Ged. Staten tot de plaatsing van:
Adriana du Pon, in het krankzinnigengesticht te Deventer, op de
bepalingen van het contract tussen Ged. Staten en het gestichts
bes tuur. 11—12—1841 2
Verzoek van Doetje van Loo, vrouw van: Pieter Noordenbroek.
om te bevorderen dat haar man wegens krankzinnigheid voor rekening
der stad naar het St. Elisabeth Gasthuis te Deventer ter verple
ging wordt overgebracht.
Na ingekomen bericht van N.H» Diakonie wordt aan Ged. Staten
machtiging gevraagd tot opzending, op grond van het bestaande con
tract. Verder besloten in verband met het gevaar voor de omgeving
de opzending onverwijld uit te voeren.
Het verschil in deze tussen B. eii W. en N.H. Diakonie alhier,
wordt aan Ged. Staten voorgelegd. (Missive dezerzijds 9-5-1842
No. 55/437). 22-2-1842 5
Door Ged. Staten is machtiging verleend tot opzending on
der het contract met bestuurders van het St. Elisabeth Gasthuis
te Deventer. 26-2-1842 6
Toezending door Bestuurders van enige vragen in verband
met de opneming. 26-2-1842 8
Antwoord van N.H. Diakonie alhier op Missive dezer
zijds 12-3-1842 No.55/283, houdende, dat deze Diakonie bezwaar
maakt tegen de voldoening der kosten voor transport en verpleging
naar en in het krankzinnigengesticht te Deventer voor de krank
zinnige Pieter Noordenbroek.
Door B. en W. wordt het verschil van gevoelen voorgelegd aan de
bevoegde autoriteit. 25-4-1842 12
Beslissing van Ged. Staten: N.H. Diakonie is verplicht
tot betaling der kosten. 14-5-1842 9
Mededeling door N.H. Diakonie alhier, dat zij genegen
zijn de verpleegkosten in het gesticht van:
(Jan Wielsma), en
Pieter Noordenbroek, voor hun rekening te nemen.19-11-1842 16