150.
In verband met Missive Gouverneur zal order
gesteld worden op de voldoening aan Zutphen via de
Gouverneur. 17_9_-|836 21.
Antwoord door Gouverneur op Missive dezerzijds
24-9-1836 No.634, houdende verzoek thans het bedrag te
restitueren. 22-10-1836 4.
Antwoord B. en V. Zutphen op Missive dezer
zijds van 26-10-1820. No.70/120 aangaande de verevening
der transportkosten. 5-11-1836 9«
Permanente Commissie van Weldadigheid is ge
machtigd om o.a. H.R. Zettelaar uit het bedelaarsgesticht
te ontslaan, zodra zeze haar schuld heeft voldaan en van
reisgeld zal zijn voorzien. 13-4-1833 6.
Verzoek door Rinke Lam, koekbakker, gehuwd
met een zuster van Trijntje Koster, dat: Johannes Lubach
en Trijntje Koster, met 3 kinderen: BernardusPieter en
Pietje, die, zonder bedelarij, vrijwillig naar de Ommer-
schans zijn gegaan (thans te Veenhuizen), mogen terug
keren, zullende hij mede in hun onderhoud voorzien.
Zal aan de Permanente Commissie van Weldadigheid ver
zocht worden. 11-4-1826 11.
Op verzoek van B. en W# aan de Permanente
Commissie van Weldadigheid om Hermanus Holleweg en
Johannes Lubach te ontslaan uit de kolonie, wordt door
deze Commissie geantwoord, dat zij ten opzichte van
Johannes Lubach eenzelfde standpunt innemen als ten op
zichte van Johannes Holleweg. 6-5-1826 15.
Mededeling door Ged. Staten, dat Z.M. tenge
volge van het dezerzijds ingediend adres aan het Dep.
van Binnenl. Zaken heeft opgedragen H. Holleweg,
J. Lubach en J. Scheffer met hunne gezinnen na 1 jaar
verblijf in de Ommerschans terstond te ontslaan.
7-10-1826 11.
JLubach en J. Scheffer met hun gezinnen in
Febr. 1827 ontslagen. 7-4-1827 4.
Mededeling door Gouverneur, dat Sjoukje Poppes
Posthumus op 1-2-1826 is gedeserteerd uit de kolonie
Ommers chans
Verzocht wordt eventuele arrestatie en terugzending.
15-4-1826 8.
Informatie door Gouverneur aangaande het domi
cilie van onderstand van: Sjoukje Poppes Posthumus,
in de Ommerschans.
gehouden. 28-10-1826 5.
Hier onvindbaar, dus is het domicilie van
onderstand van betrokkene elders. 31-10-1826 7.
Mededeling door Gouverneur, dat Scheffer en
Lubach met hun gezinnen op 13-2-1827 uit de Ommerschans
zullen worden ontslagen, doch Holleweg niet, wegens de
sertie met zijn gezin. 27-1-1827 8.
In verband met de bezwaren die de Administra
teur van het Armwezen heeft over H. Holleweg en J. Lubach,
waarhij ook nog komt J. Scheffer, met hun gezinnen uit
de kolonie te Ommerschans te ontslaan voordat een jaar
om is, wordt door B. en W# een verzoekschrift aan Z.M.
gericht, waarin wordt aangetoond dat:
H. Holleweg, 35 jaar, grofsmid,
J. Lu-bach, 47 jaar, antieksnijder,
J. Scheffer, 65 jaar, schoenmaker,
niet gebedeld hebben, en gehoopt hadden in de kolonie
werk in hun vak te vinden, wat niet het geval is geweest.
Verzocht wordt hun ontslag te bewerkstelligen.
20-5-1826 5.
opgenomen
In advies