Missive van Grietman Ameland in antwoord op Missive dezer zijds 19-11-1842. No.55/954, aangaande het voortdurend verblijf aldaar van de aldaar voor rekening dezer gemeente verpleegd wor denden krankzinnigen. 10-12-1842 12 Verzoek van Ged. Staten, in verband met ontvangen aanschrij ving van Min. van Binnenl. Zaken, om order te stellen op de over- br&nging naar een erkend krankzinnigengesticht van de zich nog op Ameland bevindende krankzinnigen: Maria Tiddens en Maria BÖdeker. Aan Ged. Staten wordt bericht, waarom niet vroeger en waarom ook thans hieraan nog niet kan worden voldaan. 6-2-1844 3 Machtiging door Ged. Staten tot plaatsing van de krank zinnige: Hendrika Hollander in het krankzinnigengesticht te Deventer. 7-2-1843 10 2 Missives van bestuurders van het krankzinnigengesticht te Deventer aangaande de van hier naar daar overgebrachte Hendrika Hollander Is reeds gevolg aan gegeven. 18-2-1843 10 Missive van Directeur van Politie en Officier van Justitie aangaande de krankzinnige toestand van: Frans Elzinga, schoenmaker alhier. 28-3-1843 4 Machtiging door Ged. Staten tot de overbrenging van de krankzinnige Frans Elzinga naar het gesticht te Deventer op de gunstige bepalingen van het contract tussen de provincie en bestuur ders van het gesticht. 8-4-1843 11 Missive bestuurders van het gesticht aangaande de opneming. Een staat van inlichtingen wordt opgemaakt. 11-4-1843 5 Missive van de Stads Geneesheer J. van der Plaats aangaande de al of niet krankzinnige toestand van Jan Nieuwenhuis alhier. 9-5-1843 6 Toezending door Gouverneur van ordonnantie wegens geresti tueerde verplegingskosten voor behoeftige krankzinnigen dezer gemeente Aan Ontvanger toegezonden ter inkassering. 16-5-1843 4 Adres van Pietertje Sevensma, thans te Langweer, houdende dat zij sedert Maart 1836 heeft getracht herstel te krijgen van haar krankzinnige man: Frederik Luiking, vroeger boekhouder bij P. de Vries, olieslager alhier, thans in het gesticht te Deventer, en dat zij niet meer in staat is voor zichzelf en haar beide kinderen te zorgen. Daarom verzoekt zij tussenkomt van B. en W. Door B. en W. wordt Ged. Staten verzocht deze krankzinnige voor taan op te nemen onder hen, die voor rekening dezer stad op het bestaande contract te Deventer zijn geplaatst. (Missive dezerzijds 2-6-1843. No.55/492). 30-5-1843 9 Machtiging verleend door Ged. Staten. Dit wordt bericht aan de echtgenoteonder mededeling, dat zij na elk jaar het door de gemeente betaalde gedeelte moet vergoeden. 13-6-1843 6 Toezending door Ged. Staten van Missive van bestuurders van het krankzinnigengesticht te Deventer, houdende bedenkingen tegen de verpleging van F. Luiking, volgens de bepalingen van het contract Aangezien het onraadzaam is betrokkene uit de klasse, waarin hij thans is, over te brengen en daar zijn vrouw reeds zovele jaren boven haar vermogen voor haar man heeft betaald, wordt door B. en W. aan haar medegedeeld, dat B. en W. de verpleging in de 3e klasse zullen bekostigen, indien zij zorgt voor de aanvullende betaling van fl.2,— per week voor de 2e klasse. 1-7-1843 9 Verzoek van Stads Armvoogdijonder overlegging van een attest van de stads geneesheer Dr. J.E. Simon, om: Edze Klazes Buisman, en Antje Jelles Osinga, huisvrouw van Huite Nannes Krol, uit het armhuis over te brengen naar een krankzinningengesticht

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 16