170
B. en W# van Franeker verzoeken opzending-
naar Franeker voor onderhoud door de Armvoogdij al
daar, maar zijn van oordeel, dat de voorkinderen van
Hendrina van Uffink ten laste blijven dezer stad met
Jan Mebiusdie hier behoort.
Dit ontkennen B. en W. van Leeuwarden. 8-7-1831 11
Besloten om aan het gezin van Pieter Molenaar
bij voorraad van stadswege f12- te doen geven, en
deze aan te raden om met vrouw en 6 kinderen naar de
Ommerschans te worden gezonden. 18-6-1831 16
Declaratie aan Franeker fl.17»-. 3-12-1831 9
Besloten de vrouw van Kammeyer met haar
kinderen naar de Ommerschans te zenden. 18—6—1831 16
Johannes Werlin, geb. 2-9-1772 alhier, beho
rende tot de Luth. Gemeente alhier, bevond zich in
1825/26 in de Ommerschans. 24-1-1826 1
Inzending door Commissaris van Politie van
proces-verbaal wegens bedelarij door Johannes Werlijn,
onderstandsdomicilie alhier, op 14-5-1830 ontslagen
uit de Ommerschans.
Ten laste dezer stad naar de Ommerschans gezonden.
2-7-1831 10
Informatie door Gouverneur omtrent het al of
niet ontslaan o.a. van de bedelaarskolonist J. Verlein,
die een schuld heeft van fl.27,43 en fl.5,. reisgeld
nodig is
Bericht wordt door B. en W. dat zij eenstemmig zijn
met de Permanente Commissie en dus gunstig adviseren.
5-4-1831 5
Verzoek door Gouverneur om te dienen van be
richt omtrent de voldoening van-het reisgeld, dat de
kolonist Werlein bij ev. ontslag voor een reis naar hier
zou nodig hebben.
In advies gehouden tot volgende vergadering.
19-3-1839 4
Door B. en W. wordt bezwaar gemaakt, aange
zien gebleken is dat zelfs zij, die geen reisgeld be
hoefden, spoedig genoodzaakt zijn zich weer ter opzen
ding aan te geven, waardoor dus extra transportkosten
ontstaan, die nog komen bij de reeds aanmerkelijke kos
ten voor de koloniën. 23-3-1839 22
Besloten Hermanus Westbonk op diens verzoek
de volgende week naïïr cfë Ommerschsn te zenden, en hem
inmiddels door de Agent van Politie iets te doen ver
strekken. 2-8-1831 12
Besloten om Sanneke Klazes de Vries, 30 jaar,
alhier, op haar verzoek naar de Ommerschans te zenden.
9-8-1831 10
Mededeling door Gouverneur, dat door Min. van
Binnenl. Zaken de Permanente Commissie van Weldadigheid
is gemachtigd tot ontslag uit de koloniën van:
S.C. de Vries, en
H. van Ruth. 17-9-1833 5
Inzending door Commissaris van Politie van
proces-verbaal wegens bedelarij door: Johannes Jaspers,
met onderstandsdomicilie te Joure.
Naar de Ommerschans gezonden ten laste van Joure.
14-9-1831 8
Besloten op hun verzoek naar de Ommerschans
te zenden: Haye van Ruth, en
Jacobus Tiggelaar. 17-9-1831 11