177.
Arjen Brink echter niet als bedelaar is opgezonden,
maar dat deze opzending is een maatregel van veilig
heid, en wel op hoger order, zodat de stad niet ver
plicht is om de kosten voor deze te voldoen.
12-1-1833 17.
Gouverneur vraagt nadere bijzonderheden om
trent Arjen Brik. 22-1-1833 1.
Toezending door B. en W. Franeker van reke
ning der transportkosten van Arjen Jans Brink, die op
verzoek van de Officier van Justitie eind Nov. 1832
naar de Ommerschans is gezonden, en wiens onderstands
domicilie alhier is.
Geantwoord wordt dat hij niet als bedelaar, maar als
landloper is opgezonden, dus op bevel der Hoge Regering.
Daarom eerst nadere inlichtingen inwinnen, alvorens
hierover te delibereren. 9-2-1833 11.
Antwoord van Gouverneur op Missive dezerzijds
1-8-1833 No.606 aangaande de kosten, te betalen voor
Arjen Brik, waarover de Ministers van Binnenl. Zaken
en Justitie hebben gecorrespondeerd. 1-10-1833 5.
Mededeling door Gouverneur dat, op grond van
K.B. 20-2-1834 No.102, de transportkosten van Arjen
Brink komen ten laste der stad en niet ten laste van
Franeker. 25-3-1834 2.
Toezending door Commissaris van Politie van
proces—verbaal tegen: Grietje Jans, Wed. Johannes Brugts,
wegens bedelarij, die vrijwillige opzending verkoos.
Zal op Ma. 21-1-1833 naar de Ommerschans worden opge
zonden, tegelijk met: Johannes Rommerts en Edser Zoutman,
die zich vrijwillig hebben aangemeld. 19-1-1833 11.
Toezending door Gouverneur van verzoek van:
Johannes Rommerts om ontslag uit de Ommerschans.
Door B. en gunstig bericht, daar betrokkene zich
vrijwillig heeft aangemeld, en niets ongunstigs van
hem bekend is. 25-1-1834 4.
Aan Permanente Commissie van Weldadigheid is
machtiging verleend tot ontslag van de kolonisten:
J. Rommerts (en J. Meyer)25-3-1834 11.
Toezending voor de 2e maal, naar aanleiding
van besluit Gouverneur, van de declaratie van kosten
ad fl.55»27, gevallen op de opzending van Arjen Brink.
Besloten deze te voldoen, maar op te merken, dat deze
kosten zeer hoog zijn. 29-3-1834 11.
Toezending door Gouverneur van verzoek van
Arjen Brink om ontslag uit de Ommerschans.
Door B. en W. wordt bericht, dat hij daarheen is opge
zonden, niet wegens bedelarij, maar wegens landloperij.
Dat verder zijn verleden aan B. en W. onbekend is.
Geadviseerd wordt daarom te informeren bij Officier
van Justitie. 17-10-1835 6.
Missive van Gouverneur aangaande ontslag uit
de kolonie van Weldadigheid van: A. Brink. 9-11-1841 5.
Missive van Gouverneur aangaande het ontslag
uit de kolonie van Weldadigheid van A, Brink en vrouw,
beide alhier in onderstand behorende. 6-7-1846 2.
Toezending door Gouverneur van verzoek van
Arjen Brink om ontslag uit de Ommerschans.
Door B. en W. wordt bericht, dat betrokkene bij vonnis
der Rechtbank alhier van 15-10—1831 wegens landloperij
is veroordeeld tot 6 maanden correctionele straf en
daarna opzending.
B. en W. zijn onbekend met de omstandigheden, en advi
seren het gevoelen van de Rechtbank te vragen.
(Missive dezerzijds 15-8-1836. No.54o). 13-8-1836 3.