200. Mededeling door B. en van Assen, dat zij indertijd naar de Ommerschans hebben opgezonden voor rekening dezer gemeente: Gjgsbertus Kattestaart, hier onderstandsdomicilie hebbende en dat te laat is ont dekt, dat deze opzending alleen mocht geschieden met voorkennis van het bestuur van het onderstandsdomi cilie. Verzocht wordt alsnog goedkeuring te verlenen. Hiertegen wordt door B. en bezwaar gemaakt, aange zien de opzending is geschied in strijd met K.B. 30-10-1843. No.74. 22-7-1844 7. Verzoek van B. en van Assen om in het geval van Gijsbertus Kattestaart de zaak nog eens in overweging te nemen en de vereiste goedkeuring te verlenen. Door B. en wordt geantwoord, dat zij vermenen te moeten blijven bij het eenmaal genomen besluit. (Missive dezerzijds 7-5-1845. No.70/562). 7-5-1845 9. Missive van B. en Assen, onder toezending van afschrift besluit van Gouverneur Drente, verzoe kende goedkeuring te verlenen door B. en alhier aan gaande het voortdurende verblijf van de kolonist G. Kattestaart in de kolonie van ¥eldadigheid. Hiertegen hebben B. en bezwaar; zij refereren zich aan Missive dezerzijds 25-7-1844. No.70/665. 28-9-1844 9. Missive van Gouverneur aangaande de overne ming en overbrenging naar de Ommerschans van: Frederik ¥ighand op 26-10-1844. 26-10-1844 4. Missive vanDirecteur van Politie aangaande de arrestering van: J.P.S. Schreinder, deserteur uit de kolonie te Ommerschans, en weder overbrenging van deze daarheen. - 26-11-1844 21. Missive van Directeur van Politie aangaande de arrestering en opzending naar de Ommerschans van: Hendrik van der Kam, die zich alhier aan bedelarij heeft schuldig gemaakt. 26-11-1844 23. Voorstel van Commissaris van Politie om de jongeling Frans Breidenbach, die op straat kunst stukken verricht en dan om beloning bedelt, naar een bedelaarskolonie op te zenden. B. en zijn van oordeel dat, zolang geen bewijs van bedelarij is geleverd, zij niet bereid zijn tot opzending. De moeder zal ernstig onderhouden worden hierover. 27-2-1830 11. Informtaie door Gouverneur aangaande Frans Breidenbach en Gerardus Breidenbach. Het bericht van Commissaris van Politie wordt aan Gouverneur toegezonden. 1 3--\ 1 84-| 1 -j Gouverneur verzoekt bij vernieuwing om alle middelen in het werk te stellen de betrokkenen op te sporen en naar de gestichten terug te brengen. (Zie Missive dezerzijds 16—11—1841No.8/1042). 20-11-1841 6. Missive van Gouverneur omtrent het opsporen en terugbrengen naar het bedelaarsgesticht van beide daaruit ontvluchte personen. (Prov. Blad No 1 2 1 23-11-1841 3. Missive van Commissaris van Politie aangaande de arrestering van Frans Breidenbach. 27-11-1841 16. Missive van Gouverneur in antwoord op Missive dezerzijds 25-11-1841. No.70/1077 aangaande de terug brenging van de uit het bedelaarsgesticht ontvluchte Frans Breidenbach. De opzending moet geschieden door B. en doch de meerdere kosten die dit vordert boven het wettelijk tarief, kunnen via Gouverneur van Rauwerderheem wor den teruggevorderd. 3Q-11-1841 3.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 201