Ontslag verleend op verzoek van de huisvrouw
van betrokkene: T. de Boer. 17-6-1846 3
Missive van Gouverneur aangaande de overne
ming en overbrenging van de bedelaarskoloniste
Tetje Johannes Hayinga, wonende te Dokkura, naar de
Ommerschans op 7-6-1846
Zal t.z.t. worden uitgevoerd. 25-4-1846 4
Missive van Gouverneur in antwoord op Missive
dezerzijds 12-3-1846. No.70/331 aangaande Hendrik
Klein Brugman, en diens overbrenging naar de Ommer-
schans op last van het bestuur van Amsterdam, medede
lende, dat betrokkene volgens bericht van B. en W.
aldaar door meer dan 4-jarige inwoning aldaar sedert
1—8 1841 verjaard is, met verzoek om, aangezien deze
persoon inmiddels voor rekening van Leeuwarden in de
koloniën is verpleegd, enige inlichtingen dienaan
gaande te mogen ontvangen.
Aan Gouverneur wordt opgave gedaan. Zie Missive dezer
zijds No.70/511. 2-5-1846 2
Missive van Gouverneur aangaande de overne
ming en overbrenging van de alhier gedetineerde bede
laar: Hotze Annes Meyer naar de Ommerschans op
14-7-1846. 27-5-1846 7
Mededeling door Gouverneur van de desertie
uit de kolonie van Weldadigheid van de kolonisten:
F. Grendel, en
Bde Vries
beide behorende tot deze gemeente.
Onderzoek zal worden'ingesteld naar de eerste: de
laatste is reeds gearresteerd en teruggezonden naar
de Ommerschans. 6-6-1846 4
Toezending door B. en W. van Zwolle van de
claratie der kosten van opzending naar de Ommerschans
van: Geertje Hannema, met 3 kinderen, van welke het
onderstandsdomicilie alhier zou zijn gevestigd.
Onderzoek zal worden ingesteld en bij weibevinding
de declaratie ad f1540voldoen. 13-6-1846 17
Missive van Gouverneur aangaande de ontvluch
ting van de bedelaarskolonisten:
G. van der Boom, en
G. Breidenbach.
Nasporing zal worden gedaan en het resultaat bericht
aan Gouverneur. 6-7-1846 3
Missive van Gouverneur, houdende uitnodiging
en aanschrijving tot het weder terugbrengen naar de
Ommerschans van de deserteur-kolonist: Jacob van der
Boom. 4-1 1-1846 2
Mededeling door Gouverneur, dat de bedelaars
kolonist Jan van der Boom op 20-6-1847 uit de kolonie
is gedeserteerd, met verzoek opsporing en teruggelei
ding naar de Ommerschans. 21-7-1847 6
Missive van Gouverneur aangaande het onder
standsdomicilie van: Martinus Johannes IJssel, die op
last van Aengwirden wegens bedelarij op 15-7-1846 naar
de Ommerschans is opgezonden, en die hier armlastig
zou zijn.
Onderzoek zal worden ingesteld. 22-7-1846 1
Toezending door Gouverneur van Missive van
B. en W. Amsterdam aan Gouverneur N.Holland, houdende,
dat er bij de erkenning door Amsterdam van het onder
standsdomicilie aldaar van: H.K. Brugman, in verband
met Missive dezerzijds 4-5-1846. No.70/511, een ver
gissing is gemaakt, en dat B. en W. van Amsterdam voor
stellen betrokkene te ontslaan uit de Ommerschans,
tenzij B. en W. alhier hem ten koste dezer stad al
daar willen houden.