231
Gesteld in handen van Voogden N. Stads Weeshuis,
waarin haar broeder Sijbren Aukema reeds is opge
nomen.
Zal volgende week van het gesticht worden afgehaald.
15-10-1831 5.
Toezending door Gouverneur van staat van
jongelingen uit de kolonie van Weldadigheid, vallende
in de termen voor inschrijving der lichting Militie 1832.
27-12-1831 1.
Aanvraag door Gouverneur om geboorte—attesten
van op een daarbij toegezonden staat voorkomende jonge
lingen en ongehuwden, zich bevindende in de koloniën
der Maatschappij van Weldadigheid31-3-1832 6.
Toezending door Gouverneur van staat van door
de Permanente Commissie van Weldadigheid voorgedragenen
tot ontslag van wezen, vondelingen en verlaten kinde
ren voor 1832, waarop voor deze gemeente voorkomen:
Coenraad Heibrink, en
Zwaantje Supon.
Geen bezwaar bij B. en W. 28-2-1832 6.
Mededeling door Gouverneur, dat uit de kinder
gestichten der Maatschappij van Weldadigheid zijn ont
slagen: Coenraad Heibrink en
Zwaatje Dupon. i4_4_i832 4.
Mededeling door Sub-commissie van Weldadig
heid alhier, dat momenteel 4 plaatsen op het contract
van Maart 1821 onvervuld zijn, en dus de 2 kinderen,
bedoeld bij Missive dezerzijds van 8-12-1832. No944
in de koloniën zullen worden geplaatst.
Een nominatieve lijst zal worden opgemaakt, en de
goedkeuring der Permanente Commissie gevraagd.
29-12-1832 13.
Missive van Gouverneur aangaande de inzending
der lijst van kinderen vallende in de termen van op
zending naar de inrichtingen der Maatschappij van WelT
dadigheid
De verplichte Armenadministratiën zullen worden aan
geschreven. 12-2-1833 1.
Antwoorden der Armvoogd!jen, etc.:
a. Ev. Luth. Armvoogd!jgeen kinderen voor opzending.
b. N. Stads Weeshuis: idem.
c. Ned. Israël. Armvoogd!j: idemT
d. Stads Armvoogdij: 7 kinderen, die men gaarne niet
ziet opgezonden, daar zij op school goed leren,
vakonderwijs ontvangen, en weinig kosten.
Nadere gegevens gevraagd. 19-2-1833 2.
Mededeling door Stads Armvoogdij in antwoord
op Missive dezerzijds 19-2-1833. No.80/177, dat de
verzorging der kinderen, met inbegrip der kleding, per
kind niet hoger komt dan fl.34,- of fl.35,-.
Tevens wordt medegedeeld dat: Johannes van Dijk bij de
korfmaker Van Vorden is geplaatst, en aldaar fl.0,30
per week verdient. 23-2-1833 10.
Besluit van Ged. Staten aangaande de opzen
ding naar de gestichten van Weldadigheid van kinderen,
daartoe in de termen vallende, en wel speciaal van:
Johannes Pruis, en
Geertje Hamstra,
die thans meer aan onderhoud kosten dan in de kolonie
voor hen zal moeten worden betaald. Verzocht wordt
deze op te zenden voor 15-5-1833.
Dit medegedeeld aan Stads Armvoogdij met verzoek om
uit te zien naar redenen, die de opzending kunnen ver
hinderen. 4_3_1833 19.