246.
In advies gehouden. 5-2-1820 12.
Bericht, dat ook giften in natura gaarne wor
den aanvaard. 8-2-1820 5.
Voorstel der Sub-commissie van Weldadigheid om
enige kinderen tegen betaling van fl.60,- naar Frede-
riksoord te zenden.
In Raad gebracht. 22-4-1820 8.
Missive der Sub-commissie van Weldadigheid
houdende een plan om behoeftige huisgezinnen en wezen
of arme kinderen van 6 jaar en ouder, op te nemen in
de kolonie Frederiksoord. R 5-6-1820 3.
Inzending door Stads Armvoogdij van een Missive
van de Maatschappij van Weldadigheid omtrent uitzen
ding van armen naar Frederiksoord. 9-2-1822 8.
Opgezonden Personen.
Door Raad besloten om als proef naar de kolo
nie van de Maatschappij van Weldadigheid te Frederiks
oord te zenden: 6 weeskinderen met een paar echtelie
den, als toezieners op dezelve.
2 behoeftige huisgezinnen, tesamen 12 personen, onder
de bepalingen, omschreven in het Rapport van de Raads
commissie. R 4-12-1820 7.
Toezending van het contract ter tekening.
Door B. en W. in advies gehouden. 24-2-1821 16.
President Burgemeester gemachtigd het contract
te tekenen. 27-2-1821 6.
Bericht door Sub-commissie van Weldadigheid,
dat 2 personen (huisgezinnen en wezen) op 13 dezer naar
Frederiksoord zijn vertrokken.
Dat er wederom gelegenheid wordt geboden een aantal te
z enden.
In Raad gebracht. 31-7-1821 .9.
Missive Sub-commissie van Weldadigheid, dat
er gelegenheid bestaat voor een 2e bezending armen
naar Frederiksoord.
Door Raad besloten om, aangezien de 1e bezending op
proef ishiervan voorlopig geen gebruik te maken,
maar eerst de resultaten af te wachten. R 6-8-1821 5.
Missive van Hendrik Wjllemskolonist te
Frederiksoord, voorheen waes in het N. Stads Weeshuis,
te kennen gevende, dat hij aan de loting heeft voldaan
en van plan is in militaire dienst te gaan, verzoekende
bewijs van vrijstelling van de Militie. 1-4-1823 3.
Door B. en W. wordt aan Sub-commissie van
Weldadigheid medegedeeld, dat in het R.K. Weeshuis
een jongen is: Bart van S^hagen, 16 jaar, die gaarne
zal vertrekken naar de kolonie te Frederiksoord, in-
plaats van de op zijn verzoek ontslagen Hendrik Willems,
tevoren in het N. Stads Weeshuis. 10-6-1823 5.
Mededeling door Burgem. J. Romkespresident
der Sub-commissie van Weldadigheid, dat de bestede
lingen: Jacoba Gravenaar, en
Sjouke Mennes,
in de kolonie vermist worden en dat, indien ze" nog
niet terecht zijn, er 2 anderen kunnen worden gezonden.
Gesteld in handen van Voogden van het N. Stads Weeshuis.
4-10-1823 7.
Verzoek van: Veite Jacobs, van tevoren in
N. Stads Weeshuis, thans in de kolonie Frederiksoord,
om ontslag, daar hij wel werk kan vinden.
Aan Directeur der koloniën zullen inlichtingen worden
verzocht. 11_5_1824 4.