Toezending door Gouverneur van 2 declaraties van dag
gelden voor Jan Wouters in de Ommerschansover 1823 en 1824, ad.
fl.52,18.
Worden betaald uit de post Onvoorziene Uitgaven 1826. 28-11-1826 2
Aanschrijving door Ged. Staten tot betaling uit het
Fonds voor Onvoorziene Uitgaven op Begroting 1826 f1.63,74 voor onder
houd in een arresthuis in N. Brabant van:
Antje Hanraats, huisvrouw van Matthijs Olivier, en haar kind
Hekna Catharma Olivier, aldaar wegens bedelarij gearresteerd.
Bij B. en W. bestaat bezwaaar tegen betaling, aangezien de ver
zorging in de Huizen van Bewaring voor rekening van het Rijk is,
en bovendien niet alle gegevens niet op de staat zijn vermeld.
19-5-1827 5
Missive van Gouverneur houdende inlichtingen over de
verschuldigde fl.63,74, met verzoek alsnog te zorgen voor de vol
doening.
Zal aan voldaan worden. 1-9-1827 5
Wegens reizen met bedelaars toegelegd aan de assistenten
van Politie: A. Arnoldus, naar Hoorn - fl.6,-.
J. Terguin, idem - 11 6,-.
J.C. de Lan, naar Ommerschans - 5,-.
3-4-1827 16
Besloten te betalen uit het Fonds Onvoorziene Uitgaven
op Begroting 1827: Aan onderscheidene politiebedienden voor ver
schotten bij het transporteren van bedelaars naar Hoorn enddeOOm-
merschans, fl. 130,65^. R 25-7-1827 17
Toez ending door §ouverneur van staat van verplegings-
kosten van bedelaars in de Ommerschans over 1826 ad f1.1491,24,
dat door de Minister van Financiën zal worden ingevorderd, terwijl
ev. later het ten onrechte betaalde zal worden teruggegeven.
Gesteld in handen van Secretaris ter onderzoek. 8-12-1827 10
Rapport'van Secretaris: het bedrag is in overeenstemming
met de lijst der bedelaars.
Besloten bij aanbieding te betalen. 11-12-1827 9
Mededeling door Ged. Staten, dat door Opsterland aan deze
stad zal worden gerestitueerd fl.32,14 wegens onderhoud van:
Tjebbe Jans Feenstra in de Ommerschans over 1826, en dat door
deze stad te min is betaald over 1826, fl.42,-, wat over 1827 zal
worden ingevorderd. 5-4-1828
Mededeling door B. en W. van Amsterdam dat door hun is
voorgeschoten fl.15,- aan de politiebeambte Abraham de Jager,
die Pieter Luitman van Alkmaar naar de Ommerschans moest brengen.
Restitutie wordt verzocht»
Restitutie zal plaats hebben via het postkantoor, onder dank
betuiging. 23-2-1828 1<
Mededeling door Gouverneur het door de stad verschuldigde
wegens transportkosten van bedelaars naar de Ommerschans:
1823 - fl. 5,04
1824 - 17,10
1825 - 86,75.
Hierover zal worden beschikt.
Aam Goyvemeur wordt opgemerkt, dat het transport van Anske Coolsma
(in 1825) fl.10,- te hoog is berekend. 18-3-1828
Antwoord door Gouverneur op Missive 18-3-1828. No.258, dat
door een abuis de transportkosten van de bedelaar Coolsma naar
de Ommerschans fl.10,- te hoog zijn, doch dat dit reeds is op
gegeven aan de Rekenkamer. 12-4-1828
Toezending door Gouverneur van staat van het door de
stad verschuldigde voor in 1826 naar de Ommerschans gezonden
bedelaars, bedragende de transportkosten fl.188,87, welk bedrag
zal worden ingevorderd. 22-3-1828
Toezending door Gouverneur van staat van bedelaars in
1825 voor de stad in de Ommerschans verpleegd, waarvan de kosten
ad. f1.296,35 door de Minister van Financiën zullen worden inge
vorderd. 12—4—1828