Toezending door Ged. Staten van K.B.t houdende voor
waarden, waarop de Maatschappij van Weldadigheid in haar kolonies
kinderen, vondelingen en bedelaars in de Ommerschans opneemt.
(Prov. Blad No.96). 30-10-1821 1.
Bericht door de Subcommissie van 'Weldadigheiddat de
termijn voor de aangifte van huisgezinnen en wezen naar Frederiks—
oord en van bedelaars naar de Ommerschans, voor dit jaar is bepaald
op 1 Maart.
Medegedeeld in Raad. 29-1-1822 3.
Mededeling hiervan in Raad.
In verband hiermée is besloten:
1. Aangezien van de uitzending op proef van vorig jaar
naar Frederiksoord nog geen voldoende ervaring is,
dient te worden afgewacht.
2. Te onderzoekn of de Raad de macht bezit om inwoners
bedelaars daar voor aan te wijzen en, zo ja, dan 10
aanwijzen. R 4-2-1822 4.
Missive Gouverneur, houdende mededeling der verplaatsing
van de in de bedelaarsgestichten geplaatste personen naar de Ommer
schans. (Prov. Blad No.93). 23-11-1822 1.
Toezending door Gouverneur van de voorwaarden, waarop de
bedelaars in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid kunnen
worden geplaatst. (Prov. Blad No.100). 10—10—1823 3.
Mededeling door Ged. Staten dat tegen fl.360,- per jaar
3 bedelaars en 1 huisgezin van 5 personen gratis kunnen worden opge
nomen in de koloniën der Maatschappij van Weldadigheid. 14-8-1824 1.
Toezending door Ged. Staten van K.B. 24—3—1824. No.23,
aangaande het plaatsen van wezen en verlaten kinderen in de koloniën
der Maatschappij van Weldadigheid.
B. en W. zullen Ged. Staten bekend maken met de moeilijkheden hieraan
verbonden. 30-4-1825 6.
Inzending van K.B., houdende, dat gemeentebesturen
kunnen bezuinigen op hun uitgaven door van de Maatschappij van Wel
dadigheid het onderhoud der uit te zenden kinderen voor f1.200,
per hoofd af te kopen.
Verder zijn bij de 25 kinderen van hier nog te voegen 9 bedelaars
en 3 huisgezinnen, naar andere koloniën te zenden.
Besloten bij de Maatschappij te informeren. 23-6-1825 2
Missive der Maatschappij van Weldadigheid te 1s-Gravenhage
"aangaande de verzending en aanwijzing van kinderen, bedelaars, etc.
voor de koloniën te Veenhuizen..
Zie Missive dezerzijds 14-7-1825. No.413; beroep op Ged. Staten om
zo spoedig mogelijk de voordelen te kunnen genieten. 16-7-1825 11
Herinnering door Gouverneur aan de bepaling tot in
zending der lijsten van opgezonden bedelaars. 15-10-1825 2
Aangezien Ged. Staten geen antwoord geven en het antwoord
der Maatschappij van Weldaiïgheid onvoldoende is, is besloten aan Z.M.
een verzoek te richten, houdende onderstaande vragen:
1. Hoe kan de stad 3 huisgezinnen van ieder 5 hoofden bij de 25 naar
de koloniën gezonden kinderen zenden
2. Hoe kunnen 9 bedelaars geplaatst worden bij de genoemde 25 kinderen
3. Waar te adresseren voor het afkopen en voor de jaarlijkse onder
houdskosten (K.B. 24-3-1825. No.23).
4. Hoe kunnen eventueel in de koloniën ontstane vacatures worden
vervuld
5. Verzocht wordt terstond kennisgave van het ontstaan van een va
cature. 24—1—1826 7
Toezending door Gouverneur van een nieuw model voor de
lijst van kennisgevingen van opzending van bedelaars naar de voor
deze bestemde inrichtingen. 28-1-1826 1
Antwoord door Gouverneur op Missive dezerzijds 9-2-1826
No.77, houdende, dat er voorlopig wegens het onvoldoende contingent
dezer provincie, niet meer dan 45 bedelaars etc. naar de Ommerschans
moeten worden gezonden, maar dat er voor de veldarbeid ongeschikten
gerust 10 naar Hoorn kunnen worden gezonden.
Besloten de verdere verzending naar de Ommerschans voorlopig te
staken. 11-2-1826 4