Aan Ged. Staten wordt bericht, dat zich in 1828 geen per sonen voor opneming in de koloniën hebben gemeld, die niet zijn opgezonden, zodat hier thans geen zodanigen aanwezig zijn. 2-12-1828 7, Mededeling door Gouverneur, dat het domicilie van onderstand van de bedelaar Arie de Vos niet hier is, maar te Rotterdam. 28-2-1829 3, Informatie door Gouverneur naar de bedelaar-kolonist: Cornelis Kanmeyer. Door B. en W. wordt geantwoord, dat deze van hier niet is opge zonden en hier niet behoort. Omstreeks 1817 en 1818 heeft hij hier hoogstens een jaar gewoond. Door de Rechtbank te Rotterdam is hij bij vonnis van 12-3-1829 wegens bedelarij tot 6 maanden veroordeeld, en daarna vrij zeker opgezonden. 31-10-1829 4. Mededeling door Gouverneur, dat de bedelaarskoloniste Beemmeyer (eigenlijk Kanmeyer), vermeld in Missive dezerzijds 31-10-1829No.752, voor rekening dezer stad is opgezonden. 2-1-1830 4 Besloten de vrouw van Kanmeyer met haar kinderen naar de Ornmerschans te zenden» 18-6-1831 16 Mededeling door Gouverneur, dat Wed. Munniks met haar kind, wegens schuld aan de Maatschappij, de kolonie van Weldadig heid nog niet kan verlaten, maar dat het haar vrij staat te adres seren, wanneer de schuld is afgelost» 7-11-1829 5 Inzending door Commissaris van Politie van proces verbaal wegens bedelarij door: Harmina Stokje, die vrijwillige op zending verzocht heeft. 30-1-1830 8 Mededeling door Gouverneur aangaande verplaatsing of ontslag uit de bedelaarskolonie van Willem Meyer. 13-2-1830 4 Informatie door Gouverneur naar het onderstandsdomi cilie van de bedelaarskolonist: Andries Brakenhof. Door B. en W. wordt geantwoord, dat dit hier niet is, daar betrok kene in 1796 bij toeval is geboren in het Harlinger Veerhuis alhier. De ouders waren toe in Middelburg of Vlissingen gedomicilieerd. Dit kan nader worden gecontroleerd bij Wed. Arend Hodiak, moeder van de kolonist, wonend te Vlissingen. 20-3-1830 2 Inzending door Commissaris van Politie van proces verbaal wegens bedelarij door: Marie la Fleur, Wed» Johannes Verschuur, 47 i 48 jaar, breidster, zonder vaste woonplaats, vroeger hier woonachtig geweest. Door B. en W. besloten haar voor ditmaal te laten gaan, nacht verblijf te verschaffen en een briefje te geven om morgen koste loos naar Sneek te varen. 15-7-1830 6 Verzoek door Officier van Justitie, met overlegging van een vonnis der Rechtbank alhier, om op 29—12—1830 over te brengen naar de bedelaarskolonie: Jan Torna Greven, stoelwinder, geb. te Steenwijk, wonende te Bolsward. Zal t.z.t. uitvoering aan verleend worden. 2-10-1830 6 Toezending door Maatschappij van Weldadigheid van een wissel ad fl.53,60 wegens nagelaten schuld en reisgeld der bede lares: D. Mulder. Wed, de Vries en kind, die ontslagen is. B. en W. verklaren niet bereid te zijn deze schuld te voldoen, aangezien dit reeds tevoren was verklaard en tevens door de Gouver neur medegedeeld. 12-10-1830 8 Toezending door Gouverneur van Missive van Het Bildt aangaande het onderstandsdomicilie van: Maaike Ruurds Bisschop, Wed. Klaas Pieters Koning, in de kolonie van Weldadigheid.. Door B. en W. wordt geantwoord, dat Klaas Pieters Koning in 1801 van hier is vertrokken en later nergens is verjaard, en eindelijk afwezig geraakt, zodat het domicilie is St» Jacobi Parochie, en dus dat van zijn vrouw eveneens; dit domicilie is dus niet te Leeuwarden». 14—10— 1830 3 Inzending door Commissaris van Politie van proces verbaal wegens bedelarij tegen; Sjoukje Willems, Wed. Antoon van Wijk, die opzending verzocht zonder rechterlijk vonnis.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 64