Verzoek door Gouverneur aangaande de inzending van het
doopextract van de kolonist: Cornelis de Vries. 13-10-1832 12
Informatie door Gouverneur naar onderstandsdomicilie
van Cornelis Dirks Veenstra, kolonist, die alhier van 1824-1828
onder de stad zou hebben gewoond, en wiens vrouw hier nog zou
wonen.
Onderzoek zal worden ingesteld. 10-11-1832 14
Informatie door Permanente Commissie van Weldadigheid
aangaande het onderstandsdomicilie van: Cornelis Dirks Veenstra.
Verzoek van deze om ontslag uit het gesticht, samen met:
Aukje Johanna Hoekstra.
Door B. en W. wordt bericht, dat onderstandsdomicilie hier is.
Zij adviseren tegen ontslag; Veenstra is te lui om te werken
en is zijn vrouw en kinderen, die hier nog wonen, tot last in-
plaats van tot steun. Zijn vrouw is oppassend en werkt. Zijn voor
nemen om te yrouwen met A.J. Hoekstra is onjuist, daar hij nog niet
gescheiden is, hoewel zijn vrouw hem niet meer wenst te ontvangen.
2-4-1833 3
Toezending door Gouverneur van een extract staat tot
ontslag van bedelaarskolonisten over 1833, met verzoek om advies.
12-3-1833 1
Bij B. en W. bestaat geen bezwaar tegen het ontslag,
maar wel tegen betaling der schulden door de gemeente, daar zij,
die in de koloniën hun kost niet kunnen verdienen, dit in de
vrije maatschappij zeker niet kunnen, en dan spoedig zullen ver
vallen tot armoede. 16-3-1833 3
Mededeling door Gouverneur, dat het verzoek van:
Cornelis Dirks Veenstra, bedelaar-kolonist, om ontslag uit de
kolonie voor hem en voor Aukje Johanna Hoekstra, is afgewezen,
met verzoek om aan de gemeente Pieterzijl (Gron.), die de kosten
ad fl.20,63 provisioneel heeft betaald, deze te restitueren.
4-5-1833 11
Mededeling door Gouverneur, dat de Permanente Commissie
van Weldadigheid gemachtigd is om de kolonisten:
G.H. Riemersma met hun dochter,
H.R. Zettelaar,
G. Pieters,
D. Mulder, Wed. de Vries met haar kind,
uit de bedelaarsgestichten te ontslaan, zodra deze hun schulden
hebben voldaan en van reisgeld zullen zijn voorzien. 13-4-1833 6
Mededeling door Gouverneur, dat door Min. van Bin-
nenl. Zaken zijn afgewezen de verzoeken van de kolonisten:
Trijntje Stellingwerf, en
Minke Marinus
om ontslag uit de kolonie van Weldadigheid. 4-5-1833 10
Verzoek van B. en W. Harlingen om te informeren,
bij W. Postma alhier, of deze genegen is aan zijn zuster en
kind, thans in de kolonie opgesloten, na ontslag huisvesting te
verlenen, en of hij het bedrag van f1.14,06 voor aflossing van
schuld en reisgeld, zal betalen. 16-3-1833 10
Toezending van Missive van Min. van Binnenl. Zaken
aangaande het onderstandsdomicilie van de kolonist A.G. Roos,
door Rotterdam opgezonden, die hier 8 jaar zou hebben gewoond.
Onder-zoek zal worden ingesteld. 13-7-1833 4
Toezending van vergunning door Min. van Binnenl.
Zaken aan: Rigtje Jellema, om haar kinderen, die zich bevinden in
een der gestichten der Maatschappij van Weldadigheid weder bij
zich te hebben. 20-7-1833 7
Inzending door Commissaris van Politie van proces
verbaal wegens bedelarij tegen: Jan Harms Valkema, 28 jaar,
die vrijwillige opzending verkozen heeft.
Aangezien dit geen beroepsbedelaar is, is besloten hem met zijn
geleidster naar zijn woonplaats te doen vertrekken, met aanmaning
om zich verder van bedelarij te onthouden. 20-7-1830 15