470.
Besluit van Ged. Staten, waarbij n.a.v.
Missive dezerzijds 18-4-1840. No.71/3^0 wordt ver
klaard, dat het onderstandsdomicilie van: Sjoerdje
de Jager is gevestigd te Grouw, en dat door het hiertoe
verplichte Armbestuur restitutie moet worden gegeven
aan Stads Armvoogdij, onverlet het recht der Armvoog-
dij om eventueel te bewijzen, dat de geboorte aldaar
toevallig was. 26-10-1841 6.
Missive van Gaasterland aangaande verleende
onderstand aan: Maria Konst, onderstandsdomicilie te
Balk. 13-10-1840 5.
Missive van Stads Armvoogdij aangaande het
onderhoud van: Egbert Olivier.
Wordt bericht aan Gouverneur, in antwoord op diens
Missive, 13-10-1840 7
Toezending door Gouverneur van verzoek van:
F.J. van der Weide alhier, om hulp in zijn behoeftige
oms tandigheden
Door B. en W. wordt bericht, dat betrokkene onderstands
domicilie heeft te 1s-Hertogenbosch en dat het Armbe
stuur aldaar verzocht heeft geen ondersteuning te geven,
maar hem daarheen te verwijzen.
In het tegenwoordige seizoen gaat dit niet; daarom zijn
maatregelen genomen tot voorziening tijdens de winter.
9-2-184? 1.
Mededeling door Stads Armvoogdij, dat zij geen
genoegen kunnen nemen met het voorstel van Armvoogden
te Boven Knijpe ter verevening der verschoten gelden
aan: Bgbert Andries Meyer, met verzoek om nogmaals op
gehele betaling bij Schoterland aan te dringen.
Zal worden gedaan door B. en W. 16-2-1841 9.
Mededeling door Stads Armvoogdij, in verband
met Missive van Menaldumadeeldat het aan nadere be
wijzen ontbreekt om Armvoogdij Marssum te verplichten
tot onderhoud van het kind van: Jantje Simons Drost.
Verzocht wordt daarom Aengwirden te berichten, dat dit
kind door Armvoogdij Tjalleberd moet worden overgenomen.
16-2-1841 11.
Missive van Stads Armvoogdij in verband met
Missive van Bedum, houdende, dat zij blijven bij hun ge
voelen, dat het onderstandsdomicilie van: Hendrik Alberts
Medendorp is Bedum, zijn geboorteplaats. 16-2—1841 14.
Missive van Stads Armvoogdij aangaande het on
derstandsdomicilie van: Thomas Sijbrens Sipma, waarover
verschil is ontstaan tussen Idaarderadeel en Barradeel.
Voorgesteld wordt de zaak aan Ged. Staten voor te leggen.
B. en W. gaan hiermede accoord. 6-3-1841 9*
Missive van B. en W. van Groningen, houdende
erkenning van het onderstandsdomicilie aldaar van:
Simkje van Lekkum.
Z ie Mis s ivè dezerzijds 27-2-1841 No.312). 13-3 18 41 6.
Erkenning door B. en W. van Groningen van het
onderstandsdomicilie van: Geertruida Roels, waarop be
trekking had Mizzive dezerzijds 19 3_1841 No.124/4l2.
6-4-1841 2.
Antwoord van Hennarderadeel op Missive dezer
zijds 3-4-1841. No.73/466 aangaande het onderstandsdomi
cilie van: Wijtze Stienstra.
Hennaarderadeel heeft bezwaar het onderstandsdomicilie
te Oosterend te erkennen.
Aangezien de kwestie tussen Hennaarderadeel en Sneek
niet is op te lossen, wordt deze zaak voorgelegd aan
Ged. Staten. 20-4-1841 4.