Missive van Schoterland aangaande het onderhoud van:
Marten Klazes Kuipers, onderstandsdomicilie te Beneden-Knijpe
13-2-1844 5.b
Missive van Burgem. van Ruinderwolde (Ruinerwold) ter
verevening der per Missive dezerzijds van 27-1-1824. No.73/111
toegezonden rekening ad fl.27,6l4 verpleegkosten van: Arend Egberts
Weberaldaar onderstandsdomicilie hebbende. 12-3-1844 4,
Inzending door Stads Armvoogdij van een staat van nog
onbetaalde verschotten, gedaan voor personen, elders onderstandsdo
micilie hebbende, totaal fl.299,22, met verzoek de betrokken besturen
aan te manen.
Verder wordt herinnerd aan de nog onafgedane gevallen van:
Johanna van der Veen,
Eit Wijkstra,
Jantje Simons Drost,
waarvan de stukken reeds verscheidene jaren berusten onder Ged.
Staten. 28-5-1844 16.
Besluit van Ged. Staten waarbij wordt verklaard, dat
Auke Johannes Brinksma is geboren te Luxwolde, en dat niet blijkt,
dat deze te Leeuwarden is verjaard, zodat het onderstandsdomicilie
is te Luxwolde. 4-6-1844 7.
Besluit van Ged. Staten waarbij wordt verklaard, dat het
onderstandsdomicilie van: Jan Thomas Verdenius is te Akkerwoude, aan
gezien hij aldaar is geboren, en niet blijkt dat hij hier is verjaard.
Wordt medegedeeld aan Stads Armvoogdij. 11-6-1844 7.
Antwoord van B, en W. van Deventer op Missive dezerzijds
15-6-1844. No.71/573, aangaande de verpleging en overbrenging van de
alhier in onderstand opgenomen: Willem van Dijk, domicilie van onder
stand te Deventer.
Wordt bericht aan Stads Armvoogdij alhier. 29-6-1844 11.
Erkenning door Leeuwarderadeel van het onderstandsdomi
cilie te Stiens van: Harmen Andringa, voor wiens opneming in onder
stand alhier is kennis gegeven bij Missive dezerzijds 24-6-1844.
No.124/612. 12-7-1844 9.
Missive van Leeuwarderadeel aangaande het onderstands
domicilie van: Douwe Gerrits van der Meer, alhier in onderstand op
genomen. 31-8-1844 ll.a
Erkenning door Menaldumadeel van het onderstandsdomicilie
te Boxum van: Trijntje K. Sixma. 9-11-1844 3.
Missive van B. en W. van Groningen aangaande de verple
ging van: Alida Hollander, vermeld in Missive dezerzijds 14-11-1844.
No.124/994. 26-11-1844 14.a
Missive van Stads Armvoogdij aangaande het opnieuw ver
leende onderhoud aan: Johanna van der Veen, omtrent wier onderstands
domicilie sedert vele jaren verschil is met Ged. Staten.
30-11-1844 7.a
Besluit van Ged. Staten in antwoord op Missive dezerzijds
2-12-1844. No.71/1050 aangaande de aanhangige verschillen nopens het
onderstandsdomicilie van Johanna van der Veen en Jantje Simons Drost.
Wordt bericht aan Stads Armvoogdij. 14-12-1844 9.
Antwoord van Stads Armvoogdij
In afwachting van de beslissing omtrent Johanna van der Veen be
sloten het geval van Jantje Simons Drost aan Ged. Staten voor te
leggen. 21 12—1844 12.
Besluit van Ged. Staten, houdende beslissing van het
geschil met West Stellingwerf over het onderstandsdomicilie van:
Johanna van der Veen, in febr. 1837 door Stads Armvoogdij in onder
stand opgenomen. Verklaard wordt dat het onderstandsdomicilie is te
Oldetrijne, dat tot restitutie verplicht is. 24-2-1847 8.
Missive van West Stellingwerf ter voorlopige beantwoor
ding van Missive dezerzijds 25-9-1849. No.71/990, en van 27-7-1849.
No.71/770, inzake de restitutie der uitgeschoten alimentatiekosten
voor: Johanna van der Veen, onderstandsdomicilie te Oldetrijne.
10-10-1849 13.