Missive van Grietman van West Stellingwerf aangaande het voortdurend onderhoud van Johanna van der Veen, onderstands domicilie hebbende te Oudelamer. Provisioneel in advies gehouden, en de termijn tot afdoening dezer zaak bepaald op 20-11-1849. 7-11-1849 15. Missive van Stads Armvoogdij aangaande de zaak van: Johanna van der Veen, en de weigering van N.H. Diakonie Oldelamer en Oldetrijne, om de gedane verschotten te restitueren. Wordt bericht aan Ged. Staten. 27-12-1849 12. Besluit van Ged. Staten inzake verleende onderstand aan: Johanna van der Veen, armlastig te Oldetrijne. Wordt medegedeeld aan Stads Armvoogdij. 20-3-1850 16. Besluit van Ged. Staten inzake de door Stads Armvoogdij verleende onderstand aan: Johanna van der Veen, onderstandsdomicilie te Oldetrijne. In verband met Missive van Stads Armvoogdij dienaangaande worden deze stukken provisioneel terzijde gelegd, tot het K.B. is ingekomen. 3-4-1850 14. Mededeling door Ged. Staten van K.B. 13-6-1850. No.59, waarbij het dorp Oudetrijne is aangewezen als onderstandsdomicilie van: Johanna van der Veen. Wordt medegedeeld aan Stads Armvoogdij. 17-7-1850 9. Besluit van Ged. Staten, waarbij opnieuw wordt verklaard, dat het onderstandsdomicilie van: Johanna van der Veen is gevestigd te Oldetrijne. Wordt medegedeeld aan Stads Armvoogdij, het betrokken Armbestuur. 19-2-1851 10. Besluit van Ged. Staten, waarbij wordt verklaard dat het onderstandsdomicilie van: Rients Watzes Rienstra is gevestigd te Workiim, en dat vandaar aan Stads Armvoogdij alhier het verschotene moet worden gerestitueerd. 7-12-1844 7. Antwoord van Blokzijl op Missive dezerzijds van 9-12-1844 No.72/1032, aangaande de alhier verleende onderstand aan: Pieter Brinkman. 14-12-1844 14. Antwoord van Hoogezand op Missive dezerzijds No.74/1033, aangaande het onderhoud van: Freerk Rogaar. 17-12-1844 3. Voorstel van Stads Armvoogdij om het verschil tussen Joure en Workum aangaande het onderstandsdomicilie van: Rinze Johannes Visser, voor te leggen aan Ged..Staten. B. en W. gaan hiermede accoord. 21-12-1844 11. Toezending door B. en W. van s-Gravenhage van het ver strekte reisgeld ad fl.0,75 aan: P.M. Scheffer, tevens te kennen gevende bevreemding over de terugvordering dezer geringe som. 24-12-1844 7. Missive van B. en W. van IJlst in antwoord op Missive dezerzijds 10-12-1844. No.72/1091, omtrent de terugvordering van verleende onderstand aan: Huite Walles Veldhuis, die in Sandfirden (Wymbritseradeel in onderstand zou behoren. 24-12-1844 8. Mededeling door Stads Armvoogdij van verleende onderstand aan: Hendrik Joseph Simons, en vrouw en 5 kinderen, onderstandsdo micilie in Pruisen. 24-12-1844 14. Missive van Schoterland aangaande het onderstandsdomicilie van: Maria Elisabeth Simons. 11-1-1845 12.b Missive van Stads Armvoogdij aangaande het onderstands domicilie. 25-1-1845 7.c Missive van Lemsterland aangaande de alimentatie van het minderjarige kind van de vreemdeling H.J. Simons en H.A. Haanstra, Naatje genoemd, alhier in onderstand opgenomen. 11 1 1845 12.c Missive van Stads Armvoogdij aangaande de verleende onder stand voor rekening van De Lemmer. 25-1-1845 7.d

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 228