281
c. Aan de thans in functie zijnde genees- en heel
kundigen en vroedmeester wordt per 1-4-1849 eer
vol ontslag verleend.
d. J.E. Simon en J. van der Plaats worden met ingang
van 1-4-1849 eervol ontslagen als Stads genees
heren.
H. Meursinge en H.D. Wijndels worden per 1-4-1849
eervol ontslagen als Stads heelmeesters.
0. Schreuder wordt per 1-4-1849 eervol ontslagen
als Stads vroedmeester
e. B. en worden verzocht de inwerkingTstelling dezer
verordening voor te bereiden. R 7-12-1848 12
Door Raad worden B. en verzocht bij aan
kondiging in de Leeuw. Courant bekend te maken, dat
de Raad bij besluit R.9-9-1848. 12 een nieuwe Verorde
ning heeft vastgesteld, dat aan de thans fungerende
genees- en heelkundigen eervol ontslag is verleend
per 1-4-1849, dat de nieuwe Verordening ter inzage
ligt, en dat alle genees- en heelkundigen alhier kun
nen solliciteren. R. 4-1-1849 5.
Op grond van Art. 22 en 23 der Verordening op
de Geneeskundige behandeling van behoeftige zieken en
Kraamvrouwen, wordt de taux der geneesmiddelen gezonden
aan de Plaatselijke Commissie van Geneeskundig Toevoor-
zicht, met verzoek om advies voor eventuele verande
ringen voor 1850. 8-12-1849 13»
De taux wordt vastgesteld, gelijk deze door
de Commissie is voorgedragen. 29-12-1849 5»
Arts en.
Verzoek van J.E. Simon, Med. Doctor en Vroed
meester, om de post van Stads Med. Doctor, opengeval
len door overlijden van Dr. Kutsch, te mogen vervullen.
1-6-1816 1.
Verzoek van N. Ypey, Med. Doctor alhier, om
aanstelling als Stads Med. Doctor, inplaats van Kutsch,
overleden. 1 6 1816 2.
Verzoek van FockemaMed. Doctor, om benoeming
als Stadsarts inplaats van Kutsch, overleden.
1—6—1816 3.
Verzoek van JCKuts ch om zijn broeder,
Kuts chdie heden te Groningen als Doctor in
de Genees- en Vroedkunde zal promoveren, te benoemen
tot opvolger van zijn vader als Stads Med. Doctor.
1-6-1816 4.
Benoemd als Stadsarts: Nicolaas Ypey, inplaats
van Kutsch, overleden, op traktement ad fl.l4o,-.
11-3-1817 9.
Verzoek van Folkertsma, Stads Armendoctor,
die sedert de dood van zijn collega Kutsch alleen de
dienst heeft waargenomen, om een vergoeding.
5-10-1816 3.
Door Raad fl.35»- toegekend. R. 7-10-1816 5.
Verzoek van Doctor N. Ypey om ontslag als
Stadsarts. 18-4-1818 10.
Verzoek om benoeming als Stadsarts inplaats
van N. Ypey, die ontslag vraagt, door:
S. Koelman,
¥ijnandus ¥interswijck Kutsch,
Simon Junior,
Seerp Brouwer. 18-4-1818 11.
N. Ypey keert op zijn ontslag-aanvrage terug.
21-4-1818 5.