285.
Door Burgem. is toegestaan aan H. Meursinge
het traktement van de 2e Stads Chirurgijn vanaf de
dood van C. Schreuder tot de aanstelling van J. Har-
kema, bedragende voor 1819 f1140- en voor het 1e
kwartaal van 1820 fl.35»—1-4—1820 10.c
Verzoek van W. Folkertsma, J.E. Simon,
H. Meursinge en J. Harkema, Med. Doctores en Chirur
gijns voor de Armvoogdij, om verhoging van hun trak
tement van f1140- per jaar.
Door Raad afgewezen, daar het aantal armen thans
(800) minder is dan in vroegere jaren (1300). Even
wel verzocht de Raad Burgem. om erop aan te dringen,
dat de Wijkmeesters niet lichtvaardig armenbriefjes
afgeven. R. 2-7-1821 3.
Verzoek van H. Meursinge, Stads Chirurgijn,
om voor de behandeling der uitwendige ziekten in het
Burger-ziekenhuis enig salaris te mogen ontvangen.
R. 19-12-1825 8.
Door Raad is dit verzoek toegestaan, en hem
per jaar daarvoor f150- toegekend, onder bepaling,
dat de beide Stads Chirurgijns om beurten deze dienst
een jaar moeten waarnemen; te beginnen met H. Meursinge
van 1-1-1826 tot 31-12-1826. R. 9-1-1826 13.
Verzoek van Hendrik Meursinge, heelmeester,
Hendrik Dirk Wijndels, en
Jacob van Dam, heel- en vroed-
meesters, om in verband met het overlijden van de
Stads heelmeester J, Harkema de behandeling der armen
gezamenlijk toegewezen te krijgen, en wel; de één het
Noordelijk gedeelte der stad, de ander het Zuidelijk
gedeelte, en de derde het Ziekenhuis
Verder verzoek 'de jaarwedde van fl.500,- te verhogen
met f1100,-
In Raad gebracht door B. en W, 5-2-1831 11.
Door Raad is het verzoek, zoals het ligt,
afgewezen. R. 28-2-1831 2.
Verzoek van de Heel- en Vroedmeester Jvan
Dam om aanstelling als Stads heelmeester.
In Raad gebracht. 5-3-1831 6.
Verzoek van Hendrik WijndelsVroedmeester,
om benoeming als Stads Heelmeester.
In Raad gebracht. 8-3-1831 9.
Door Raad benoemd als Stads Heelmeester in-
plaats van J. Harkema, overleden: Hendrik Dirk Wijndels.
Jaarwedde fl.250,-. R. 28-3-1831 3.
Klacht van Directeur van Politie over de
Stads Chirurgijn H. Meursinge, wegens nalatigheid
in het visiteren van door hem opgegeven publieke
vrouwen, waardoor de hulp van de Chirurgijn Metz
moest worden ingeroepen, die daarvoor f13- heeft
gedeclareerd, die voldaan is, en onder de verschot
ten opgenomen.
Besloten de nota te voldoen, en aan de Chirurgijn
Meursinge verantwoording te vragen. 31-12-1844 8.b
Mededeling door B. en W. dat zij, ingevolge
opdracht bij Raadsbesluit R 7-9-1848. 9> de Stads
Chirurgijn H.D. Wijndels hebben gehoord.
Deze verklaarde, dat hij terstond nadat hij behoor
lijk bericht had gekregen van het ongeval de ge
troffene had bezocht en behandeld, tot hij volkomen
was genezen.
Integendeel: hij meent onheus te zijn behandeld door
een der aannemers, en verzoekt een openlijke aanklacht
(schriftelijke); dan zal hij zich schriftelijk ver
dedigen. R. 5-10-1848 13.
Zie hierover nader bij; Verordening genees- en heel
kundige voorziening. (R. 7-9-1848. 9).