254.
Aanvraag door Prefect, 5-^-1813» °m onder
scheidene bakkers en andere werklieden voor de armen,
hospitalen, etc. I.M. 1813. Fol. 97r. No.111.
1814 en later
Missive van Commissaris Arrondissement Leeu
warden, houdende, dat zeer spaarzaam moet worden toe
gestaan het vragen van aalmoezen aan de huizen; dit
moet alleen worden toegestaan aan hen, die uit de ge
wone fondsen geen hulp kunnen krijgen. 30-8-1814 3.
Besluit Z.K.H. aangaande algemene bepaling van
het onderhoud der armen. 6-9-1814 2.
Plan of voorwaarden, waaronder G.J. ten Hoeven,
Fabriek te Feyenoord, kinderen uit liefdadig-heidsge-
stichten overneemt. 31 1815 4.
K.B. houdende, dat armhuizen etc. de lasten,
die deze eventueel mochten schuldig zijn aan het land
over 1814, 1813 of vroegere jaren, moeten afbetalen.
2-11—1816 1.
Geen aanwezig. 9—11—1816 1.
Voor het jaar 1816 is:
Het aantal behoeftigen en minvermogenden +'''6.000
Hiervan tijdens de winter gealimenteerd 2.000
500 gezinnen)
Dus minvermogenden. h- 4.000
1.000 gezinnen)
Aantal Joden. 600
R. 9-11-1816
K.B. 4—11—1816, waarbij maatregelen worden
voorgesteld tot tegemoetkoming der mindere klassen in
verband met de duurte.
Leeuwarden had f115.000 besteed voor aankoop van le
vensmiddelen. 26 11—1816 1.
K.B., waarbij de gemeenten mogen beschikken,
ter voorziening in de extra noden'der armen (over het
fonds der 2°/o Onvoorziene Uitgaven'op de begrotingen
1815 en 1816. R. 2-12-1816 1.
Voor kennisgeving aangenomen, aangezien het
betreffende fonds op deze begrotingen reeds is ver
bruikt. 21-12-1816 2.
Missive van Min. van Binnenl. Zaken, aanbeve
lende beenderengelei als voedsel bij Armbesturen.
3-12-1816 5.
K.B. 21—1—1817» houdende, dat administratiën
van liefdadigheid geen vrijdom van Indirecte Belastingen
zullen krijgen. 12-4-1817 2.
Toezending door Gouverneur van tabellen ter
invulling betreffende armbesturen, etc. 2-9-1817 5.
Aanschrijving door Ged. Staten, dat geen ver
voer van arme zieken naar andere plaatsen mag plaats
vinden; er moet een menslievende behandeling zijn.
2-9-1817 5.
K.B. 17-8-1814, waarbij aan Armvoogdijen etc.
wordt opgedragen om aan personen, die aanspraak maken
op ondersteuning, deze ter plaatse te verlenen, zonder
voorafgaand onderzoek naar de verplichting.
6-1-1818 2.
Missive van Burgem. Dokkum in antwoord op
Missive dezerzijds 29-3-1818. No.98, aangevende, dat
de klachten van Johannes Lubach betrekkelijk acten
van indemniteit Zonder grond zijn. 11-^-1818 6.