597. Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het onderstandsdo micilie van: Maria Herius. Wordt medegedeeld aan B. en W. van Amsterdam, met voorstel om de zaak voor te leggen aan een hogere autoriteit. 1-6-1839 17. Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het onderstandsdomicilie Aan B. en W. verzocht de declaratie toe te zenden, ter verevening. 29-6-1839 17. Missive van R.K. Armvoogdij alhier aangaande het onder standsdomicilie van: Gerrit Johannes Offringa, door Algemene Armvoogdij van Goutum in onderstand opgenomen. Wordt medegedeeld aan Leeuwarderadeel15-6-1839 11. Erkenning door R.K. Armvoogdij van het onderstandsdomici lie van: Albertus van Gruisen, verpleegd in het Binnen Gasthuis te Am sterdam. Tevens wordt geïnformeerd of er een mogelijkheid bestaat om dergelijke uitgaven aan het Binnen Gasthuis, die de laatste tijd vrij veel voorkomen, en waarvan hun kas lijdt, te voorkomen. De erkenning wordt aan Amsterdam bericht. Aan R.K. Armvoogdij wordt geantwoord, dat er geen middel is om aan deze uitgaven te ontkomne26—7—1839 8. Missive van R.K. Armvoogdij alhier aangaande de verdere ver pleging van: Albertus van Gruisen, alhier onderstandsdomicilie hebbende, in het Gasthuis te Amsterdam. 30-11-1839 10. Toezending door R.K. Armvoogdij alhier van staat van inlich tingen aangaande: Johannes Hendrikus Kestens, alhier in onderstand opge nomen. Wordt medegedeeld aan B. en W. Sneek. 12-7-1839 13. In verband met het door R.K. Armvoogdij medegedeelde ge- schiltussen de steden Sneek en Dokkum aangaande het onderstandsdomicilie, wordt de beslissing van Ged. Staten ingeroepen. 31-8-1839 10. Missive R.K. Armvoogdij aangaande het bestaande geschil over het onderstandsdomicilie van: Johannes Henricus Kestens. Wordt medegedeeld aan Gouverneur. 28-12-1839 10. Toezending door Gouverneur van enige stukken ter uitvinding van het onderstandsdomicilie van de alhier gealimenteerd wordende: Johannes Hendricus Kestens. Aan Gouverneur wordt bericht, onder verwijzing naar Missive 8-1-1840 No.74/21, dat B. en W. blijven bij hun gevoelen, dat het onderstandsdo micilie Dokkum is.. 22-2-1840 10. (Inhoud Missive 8—1—1840. No.74/21: Missive Gouverneur gesteld in handen van R.K. Armvoogdij. Met deze blij ven B. en W. van gevoelen, dat het onderstandsdomicilie Dokkum moet zijn). Beslissing Ged. Staten: onderstandsdomicilie is te Leeu warden, niet te Sneek of Dokkum. 30t-4-1840 9. Missive R.K. Armvoogdij alhier aangaande de voldoening van de door R.K. Armvoogdij Sneek aan die te Dokkum verstrekte onderstand aan het gezin van J.H. Kestens, waarover is gecorrespondeerd door B. en W. van Sneek. Aan Sneek wordt bericht, dat B. e W. zich verenigen met het gevoelen van R.K. Armvoogdij alhier. 6-6-1840 20. Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het onderstandsdomi cilie van: wed. Johennes Hendrikus Kestens, te Franeker wordende onder* houden. 31-1-1844 8. Missive van R.K. Armvoogdij, houdende mededeling dat: Jacobus van Essen niet tot hun administratie behoort, aangezien mili tairen niet verjaren. Door B. en W. wordt geantwoord, dat dit onjuist is.(volgens Art.3 der Wet van 28-11-1818 (St. No.40). Verzocht wordt de betreffende Missive nogmaals in overweging te nemen. 30-4-1840 15. De motieven van R.K. Armvoogdij zijn te onbepaald en worden door geen bewijs gestaafd. Bovendien is de termijn verstreken ter beant- woroding der kennisgeving van onderstand, zodat de kosten komen ten laste van degene aan wie de overschrijving te wijten is. Daarom wordt R.K. Armvoogdij uitgenodigd de kosten ad fl.9,- aan Amster dam te voldoen. 19-5-1840 12.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 111