612. Toezending door Gouverneur, via Gouverneur van Groningen, van verklaring van B. en W. van Delfzijl, dat de erkenning van het onderstandsdomicilie aldaar van: Hendrik Lorang, en van de verplichting tot restitutie der f 129 40 ond erhoudskos ten voor diens kind, berust op on juiste inlichtingen. Door B. en W. alhier besloten om Delfzijl te ontheffen van de onderhoudsplicht en deze voor eigen rekening te nemen. 22-8-1835 9. Missive van B. en van Dockum waaruit moet blij ken dat: Regina Privé, provisioneel ondersteund door R.K. Armvoogdij alhier, haar onderstandsdomici1ie naar hier heeft overgebracht. Gesteld in handen van R.K. Armvoogdij. 31-1-1835 26. Volgens R.K. Armvoogdij is betrokkene hier niet verjaard. 10-2-1835 10. Toezending door Gouverneur van verzoek van: Regina Mulder om onderstand. Inlichtingen verstrekt door Stads Armvoogdij en door R.K. Armvoogdij. Uit deze laatste blijkt, dat het onderstands domicilie te Dockum is, en dat haar door R.K. Armvoogdij alhier tot 25-12-1839 wekelijks enige onderstand is ver strekt, maar dat dit gestaakt is daar Dockum verklaarde, aan zulke jonge vrouwen geen onderstand te geven. Evenwel is onderstand hier nodig, daar zij is verlaten door haar man en met een ziek kind is blijven zitten, dat de gehele dag oppassing vereist. -|8-1-184o 12. Toezending door Gouverneur van Missive van B. en W. Dockum houdende, dat R.K. Armvoogdij aldaar bereid is om provisioneel op dezelfde voet het vroeger door hen bepaalde tot onderhoud van Regina Mulder en haar kind te verstrekken. Wordt medegedeeld aan R.K. Armvoogdij alhier. 14-3-1840 5. Missive van R.K. Armvoogdij aangaande het onder houd van: Regina Mulder. 4-8-1847 8.d Antwoord van R.K. Armvoogdij op Missive dezer zijds 16-2—1836. No.114/116, houdende, dat de nagelaten kin deren van J.M. Huf niet tot hun administratie behoren, om dat deze, vreemdeling zijnde, hier geen 6 jaar achtereen heeft gewoond. B. en W. delen hierop mede dat, in afwachting van een in te stellen onderzoek, de kinderen provisioneel moeten worden gesteund, met recht van verhaal. 20-2-1836 12. R.K. Armvoogden maken bezwaar en beweren, dat het artikel, waarop B. en W. hun lastgeving baseren, geldt voor gemeenten. Dit antwoord nemen B. en W. kwalijk, en dreigen met kennis geving aan Ged. Staten en eventueel intrekking van subsidie. Verder beweert R.K. Armvoogdij, dat de vader een reeks van jaren woonde te Groningen, tussen de A-poort en de Vlierigstraat in de Prinsestraat, en in de Nieuwe Stad. 27-2-1836 11. B. en W# van Groningen melden, dat R.K. Arm voogdij aldaar nasporingen doet, doch nog niet gereed is, daar een zuster van Huf, aldaar wonend, die inlichtingen moet geven, momenteel afwezig is. Besloten de zaak 2 k 3 weken in advies te houden en, indien dan nog geen bericht gekomen isopnieuw aan te dringen op overname der kinderen. 12-4-1836 6. Missive B. en W. Groningen, houdende, in antwoord op Missive 10-3-1836. No.114/92, erkenning van het onder standsdomicilie van: Elisabeth Huf, dochter van: Johan Mathias Huf, (overleden te Leeuwarden 16-12-1834) en: Catharina Wilkeskerk, met verzoek om nadere inlichtingen aangaande het zoontje: Martinus (indien dit in onecht geboren is, heeft dit aldaar geen onderstandsdomicilie)

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 126