Volgens het voorstel van de Minister zouden deze trakte menten langs een omweg toch uit de stadskas komen. Door hieraan toe te geven zou de stad een verplichting op zich laden, waartegen zij zich steeds meent te moeten ver betten. Stel bijv. dat de N.H. Diakonie de traktementen der predikanten wilde verhogen, en met deze overeenkwam deze uit de collecten te voldoen, terwijl het ontbrekende voor de armen door de stad als subsidie zou moeten worden bijgepast, dan zou de stad op deze wijze heiast worden met traktementen die zij niet kunnen verantwoorden. Een verplichting tussen Armvoogdij en pastoors onderling aangegaan, moet ui.t de boezem der R.K. Gemeente zelf" worden voldaan Zou de R.K. Armvoogdij geen voldoende middelen hebben om hare armen te onderhouden, dan zou de stad alleen verplicht zijn deze behoeftigen onder hare algemene armen op te nemen. In een vroegere Missive is reeds uiteengezet waarom alleen de R.K. Armvoogdij het voorrecht van een subsidie geniet, maar dat is alleen een kwestie van welwillendheid van de gever. De besluiten van 1777 en 1785» houdende verplichting op de R.K. Armvoogdij om deze fl.800,- aan de pastoors te voldoen-, kan.niets anders betekenen, deze niet te voldoen uit col lecten voor de armen, maar uit collecten door Armvoogden, die gewoonlijk belast zijn met de collecten speciaal voor dat doel te houden, die, indien zij niet voldoende mochten zijn, uit de boezem der R.K. Gemeente moeten worden aange vuld op de wijze, die men daar zelf zal moeten bepalen. Bovendien dateren deze besluiten uit een tijd toen er nog een heersende kerk was, en de R.K. Godsdienst slechts werd geduld; hiermee is het niet in overeenstemming te brengen dat de stad deze traktementen zou voldoen. Evenwel, verondersteld, dat de collecten voor de armen wel voor de traktementen mogen worden besteed, dan zijn deze daartoe toch wel voldoende. Men bedenke, dat er een contract is tussen R.K. Armvoogdij en R.K. Weeshuis, buiten medewerking van de Raad, in april 1830, waarbij de collecten zijn gesplitst. De verplichting deze fl.800,- te voldoen rust dus zowel op Armvoogden als op Weesvoogden. (Van de collecten, die meer malen fl.2400,- bedroegen, ontvingen Weesvoogden fl.2000,— en Armvoogden fl.400,-). De Minister stelt nu voor het minst producerende deel, dat de Armvoogdij ontvangt, de traktementen op te dragen, ter wijl de stad dan het ontbrekende zou moeten bijpassen. Geadviseerd wordt; aan Ged. Staten te berichten dat Raad het niet kan verantwoorden het voorstel van de Minister over te nemen'. Besloten dit te berichten aan Ged. Staten. Is geschied bij Missive dezerzijds 12-12-1846. No.5/1296. R.10-12-1846 12 Missive van R.K. Armvoogdij, houdende opnieuw een dringend verzoek de tekorten over 1844 en 1845 voor rekening der stad te nemen, om hen in staat te stellen de bedeling hunner arme geloofsgenoten weder te hervatten, waartoe zij anders vooreerst niet in staat zullen zijn. In advies gehouden tot volgende vergadering. R. 3-9_1846 6 Geantwoord wordt, dat de Raad ongenegen is om aan het verzoek, zoals het thans is liggende, te voldoen. R. 8-10-1846 6 R.K. Armvoogdij verzoekt, zeer teleurgesteld in hare verwachting, door .de nood gedrongen (duurte der levens middelen, vooral van het brood), nog eenmaal de tussenkomst van de Raad voor een toelage om hun bedelingen weder te kun nen hervatten. Besloten voor dit jaar een buitengewone toelage ineens te verstrekken ad fl.500,—R.12-11-1846 12 Machtiging van Ged. Staten. R. 3-12-1846 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 143