Missive van Burgera. van Hoogezand in antwoord op
Missive dezerzijds 22-1-1844. No.124/88 aangaande de ver
pleging van: Jan B. Planten in het Stads Ziekenhuis alhier.
Verzocht wordt bij betrokkene te informeren naar zijn woon
plaats sedert 1825, en dit te berichten. 17-2-1844 6.
Antwoord van Gouverneur op Missive dezerzijds
20-1-1844. No.124/36 aangaande het vervoer van de zieke be
hoeftige: Jan Barteles Planten. 20-2-1844 8.
Erkenning door Hoogezand van het onderstandsdomi
cilie aldaar van deze in het Stads Ziekenhuis alhier opge
nomen behoeftige. 9_3_-|844 8.
Missive van Hoogezand aangaande de declaratie van
verplegingskosten en reiskosten. 16-4-1844 17.
Erkenning door B. en van Groningen van het on
derstandsdomicilie aldaar van: Alida Hollander, in het Stads
Ziekenhuis alhier ter verpleging opgenomen. 6-4-1844 4.
Missive van B. en Groningen dienaangaande.
16-4-1844 16.
Idem, aangaande de verpleging in het Stads Zieken
huis alhier van: Alida Hollander, aldaar onderstandsdomicilie
hebbende. 29-10-1845 7.a
Erkenning door Burgem. van Noorddijk van het on
derstandsdomicilie van: Jantje Kiestra in het Stads Zieken
huis alhier ter verpleging opgenomen. 24-8-1844 17.a
Missive van B. en van Sneek aangaande het on
derstandsdomicilie van: Marten Gerrits Meelis, in het Stads
Ziekenhuis alhier gedurende enige tijd verpleegd.
Verzocht wordt de door Algemene. Armvoogdij aldaar gegeven
inlichtingen toe te zenden.
Zal geschieden. 21-9-1844 16.
Missive van Burgem. van Berlicum aangaande de vol
doening der verplegingskosten in het Stads Ziekenhuis alhier
van: Hendrikus Maasaldaar armlastig, ad fl.50,80.
26-4-1845 13a
Toezending door Gouverneur van ordonnantie van be
taling voor verpleging van zieken in het Stads Ziekenhuis al
hier. 21-5-1845 8.
In Stads Ziekenhuis opgenomen: Johannes Jacobus
Dijkstra. 28-5-1845 12.a
Missive van Burgem. van Kockenge aangaande het on
derstandsdomicilie van: Maria Tasin het Stads Ziekenhuis
alhier opgenomen. 16-7-1845 11.a
Missive van Burgem. van Bergschenhoek aangaande het
onderstandsdomicilie van: Maria Tas, in het Stads Ziekenhuis
verpleegd van 14-6 tot 30-7-1845. 19-8-1845 12.a
Missive van Gouverneur in antwoord op Missive de
zerzijds 22-9-1847. No.124/1181, aangaande de verplegings-
kosten in het Stads Ziekenhuis alhier van: Jlaria Tas, onder
standsdomicilie te Kockenger. 10-11-1847 6.
Missive van Kockenger aangaande de voldoening der
verplegingskosten van Maria Tas in het Stads Ziekenhuis alhier.
16-2-1848 13.c
Missive van B. en van Sneek aangaande de ver
pleging van: Doetje Doedinga in het Stads Ziekenhuis alhier.
30-7-1845 9a
Missive van B. en van IJlst aangaande de ver
pleging van: Trijntje de Jong, in het Stads Ziekenhuis alhier,
in antwoord op Missive dezerzijds 19-9-1845. No.124/-977.
T.z.t. zal aan het verzoek voldaan worden. 30-9-1845 9.
Missive van B. en van Franeker aangaande het
onderstandsdomicilie van: Klaaske Steeksma, in het Stads
Ziekenhuis alhier als zieke opgenomen. 29-10-1845 7.b
Toezending door B. en van Groningen van Missive
van de Archi-diaken der N.H. Gemeente aldaar aangaande de
verpleging in het Stads Ziekenhuis alhier van: Titia Mulder,
en het opnemen in onderstand van haar kind door Stads Arm
voogdij aldaar.
Gesteld in handen van Secretaris ter uitvoering. ii_-jg4^