525. Missive N.H. Diakonie alhier aangaande het onderstandsdo micilie van Feike van der Weide alhier, naar aanleiding van het ver zoek van deze aan Z.M., door Gouverneur in handen van B. en W. gesteld. 21-1-1846 5.b Idem. 30-10-1850 12. Idem. Wordt medegedeeld aan C. der K. op diens aanvraag in nov. 1.1. 31-12-1850 6. Besluit Ged. Staten aangaande de erkenning door N.H. Dia konie alhier van het onderstandsdomicilie van: Feike Jans van der Weide. Afschrift gezonden aan N.H. Diakonie. 25-2-1851 12. Missive van N.H. Diakonie alhier aangaande de verleende onderstand aan: Johanna Hendrika Vlagsma, wed. Valk, onderstandsdo micilie te Koudum. Wordt bericht aan Hem. Oldefaert en Noordwolde. 29-1-1842 15. Missive van N.H. Diakonie alhier aangaande het onder standsdomicilie van: Maria Heibrink, aan wie te Breda onderhoud is verleend. Wordt bericht aan B. en W. van Breda. 26-2-1842 10. Inzending door N.H. Diakonie van onderscheidene decla- ratie's wegens verstrekte onderstand aan behoeftigen, elders domici lie van onderstand hebbende. 30-7-1842 7.b Missive van N.H. Diakonie alhier aangaande de verevening van wederkerig verstrekte onderstand door N.H. Diakonie te Harlingen en die alhier. 10-9-1842 10. Missive van N.H. Diakonie aangaande het onderstandsdomi cilie van het alhier achtergelaten kind van: Dina van den Burgh. 4-10-1842 5. Inzending door N.H. Diakonie alhier van 7 stuks declara- tiën wegens verleende onderstand van personen, elders onderstands domicilie hebbende. 21-1-1843 9.c Idem van Jacob Tuinder en vrouw, onderstandsdomicilie te Metslawier4-3-1843 17,a Idem aan het gezin van Egbert Arends Weeber, onderstands domicilie te Ruinerwolde. 18-3-1843 18.b Idem van F.J. Volmuller, wed, de Jong, onderstandsdomici lie te St. Johannesga. 18-4-1843 4. Inzending door N.H. Diakonie alhier van 22 declaratiën van verstrekte onderstand aan personen, elders armlastig zijnde. Opzending wordt verzocht; hieraan wordt voldaan. 22—7—1843 9. Missive van N.H. Diakonie alhier aangaande het onder standsdomicilie van: Geert Bolder en Oeds Johan Keiler, welke beide onderstandsdomicilie hebben te Sneek. 5-8-1843 9.b Idem. 20-1-1844 1 1 .b Idem van 2 Missives. 2-3-1844 5.e Idem, waaromtrent verschil is tussen Sneek en Scheemda. Wordt voorgelegd aan Ged. Staten. 9-4-1844 4. Idem. Wordt onder referte medegedeeld aan Ged. Staten. 19-11-1844 6. Toezending door Gouverneur van enige stukken aangaande het onderstandsdomicilie van: Geert Bolder, door N.H. Diakonie alhier, voor rekening van dat onderstandsdomicilie in onderstand opgenomen. Wordt medegedeeld aan N.H. Diakonie alhier. 19-10-1844 9. Besluit van Ged. Staten, waarbij wordt verklaard dat het onderstandsdomicilie van Geert Bolder is gevestigd te Sneek, en dat daar door N.H. Diakonie in diens onderhoud moet worden voorzien, met restitutie aan N.H. Diakonie alhier, onverkort het recht van Sneek om te bewijzen, dat het onderstandsdomicilie door toevallige geboorte elders is gevestigd. 30-11-1844 5. Missive van N.H. Diakonie alhier, houdende kennisgeving van verleende onderstand aan: Geert Bolder, onderstandsdomicilie te Sneek. 26-9-1846 15.c

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 39