S.F. Blauwstra is op zijn verzoek ontheven.
In diens plaats benoemd: J.A. Rosee. 22-12-1835 10
J.A. Rosee is op zijn verzoek ontslagen.
In zijn plaats is benoemd: Dirk van Erp. 7-1-1837 9
Benoemd op voordracht van R.K. Armvoogdij als Collecterend
Armvoogd: L.T. de Boer, inplaats van: H. Kool, per 1-1-1837 aftredend.
10-12-1836 5
Mededeling door R.K. Armvoogdij, dat:
N. Rompel, Administrerend Armvoogd, en
A. Martini, Kerkcollecterend Armvoogd,
aftredend per 1—1—1838, op dringend verzoek hebben aangenomen te
continueren. 23-12-1837 9
L. Metz, per 1-1-1839 moet aftreden als Kerkcollecterend
Armvoogd, en op verzoek bereid is te continueren.
Goedgekeurd door B. en W. 2-2-1839 8
Aftredend per 1-1-1840 als Voogd en Voogdes:
Jacobus Feitz, en
Mevr. Sophia Gescher, geb. Langemeyer, welke beide evenwel
zijn herkozen. Goedgekeurd door B. en W. 23—11—1839 8
H.C. Tulleners, aftredend als Voogd per 1-1-1840, die
op verzoek bereid is te continueren. Goedkeuring wordt verzocht.
Goedgekeurd door B. en W. 14-12-1839 10
Op voordracht van R.K. Armvoogdij is benoemd als Kerk
collecterend Voogd: J. Heuveldop, inplaats van J. Solaro, die per
1-1-1841 moet aftreden. 5-12-1840 13
Verzoek van R.K. Armvoogdij om goed te keuren hun besluit
tot continuatie der per 1-1-1841 aftredende Voogden:
F. Tjepkema en N. Rompel.
Door B. en W. wordt gaarne goedkeuring verleend. 5-12-1840 14
Mededeling door Johannes Heuveldop, dat hij de functie
van R.K. Kerkcollecterend Armvoogd, waartoe hij is benoemd 5-12-1840,
en die van Voogd R.K. Weeshuis, waartoe hij is benoemd 12-12-1840,
niet beide kan waarnemen; hij zal daarom de laatste kiezen.
B. en W. berichten hierop, dat hij öf beide moet aanvaarden, öf, indien
dit niet mogelijk is, die waartoe hij het eerst is benoemd; dus die van
Kerkcollecterend Armvoogd. 16-1-1841 13
Verzoek van J. Heuveldop om ontslag als R.K. Collecterend
Armvoogd. Gesteld in handen van R.K. Armvoogdij. 25-5-1841 16
Mededeling door R.K. Armvoogdij, dat J. Heuveldop na een
samenspreking heeft besloten zijn verzoek om nietbenoeming te be
schouwen als niet te zijn gedaan, onder bepalingen, vastgelegd in een
contract, dat ter inzage wordt gezonden.
Geen bezwaar bij B. en W.; het contract wordt teruggezonden.jg^j jj
Mededeling door R.K. Armvoogdij dat ontslag als Armvoogd
is gevraagd door:
S.T. de Boer, waartegen geen bezwaar bestaat, en door
N.L. Metz, die 31 jaar lid is geweest, waarvan 18 jaar
president; dus ontslag is billijk.
Ingezonden wordt een voordracht van 6 personen, terwijl wordt mede
gedeeld dat; J.H.G. Jansen, inplaats van N.L. Metz benoemd is als
Administrarend Armvoogd.
Door B. en W. wordt nu S.T. de Boer eervol ontslagen; N.L. Metz eervol
ontslagen onder dankbetuiging; de benoeming van J.H.G. Jansen goed
gekeurd.
Verder worden benoemd als Collecterende Armvoogden:
L.J. van der Meulen, en
J.H. Drontman. 13-11-1841 9
Mededeling door R.K. Armvoogdij, dat per 1-1-1842 haar
administratie zal bestaan uit:
F. Tjepkema, president,
N. Rompel, rentmeester,
H.C. Tulleners, rentmeester Armhuis,
J.H.G. Jansen, secretaris. 30-12-1841 7