R.K. WEESHUIS.
Algemeën.
Bericht van Stads Armvoogdij en N.S. Weeshuis op ver
zoek van R.K. Armbestuur, door Ged. Staten gesteld in handen
van Burgem. om bericht.
Gesteld in handen van Burgem. J. Romkes23~3-l8l6 8.
Door R0mkes commissie uit Burgem. voorgesteld ter be
studering. In advies gehouden. 6-4-1816 10.
Benoemd als commissie Wierdsma en Romkes. 16-4-1816 6.
Missive van Voogden R.K. Weeshuis, houdende antwoord
op de vragen van Ged. Staten in hun besluit van 8-4-1818No13
2-5-1818 6.
Missive van Voogden R.K. Weeshuis, houdende, dat bij
hen geen plaatselijke Reglementen bestaan. 17-8-1819 9.
Het R.K. Weeshuis is opgericht in 1784. 11-4-1829 7.
Adres van Voogden N.S. Weeshuis, in verband met de be
volen opname van 2 wezen, waarin wordt gevraagd wie eigenaar is:
Rijk, Stad of R.K. Gemeente.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat het Weeshuis is opgericht
door de R.K. Gemeente, met toestemming der stad. Sinds 1814 ont
vangt het subsidie uit de Stadskas, en staat daardoor onder
toezicht der stad. Voogden hebben zelf voor het subsidie be
dankt. Het Weeshuis is wel eigendom der R.K. Gemeente, doch
staat onder toezicht der stad.
Voogden zijn verplicht alle behoeftige R.K. wezen op te nemen.
Indien de inkomsten onvoldoende zijn (gevolg van het bedanken
voor het subsidie), dan zijn B. en W. volgens K.B. 17-8-1827.
No.125, verplicht tot opzending naar de Koloniën van Welda
digheid. 11-9—1829 5.
Missive van Gouverneur omtrent een in te zenden staat
van scheiding der administratiën der R.K. Armvoogdij en R.K.
Weeshuis. Aan Secretaris maken van ontwerp opgedragen.
30-3-1830 2.
Toezending door Gouverneur van Missive van Voogden R.K.
Weeshuis aangaande het recht begrip van het contract van 6-4-1830
met R.K. Armvoogdij, in antwoord op een besluit van Gouverneur
(zie 10-5-l834.1l).
In advies gehouden. 17-5-1834 1.
B. en W. zijn van hetzelfde gevoelen als Gouverneur.
R.K. Weesvoogdij moet gedwongen worden het Reglement na te komen.
Zie Missive dezerzijds 24-5-1834. No.126/350. 24-5-1834 2.
Toezending door Gouverneur van beslissing op de missi
ves van R.K. Weesvoogdij aangaande het niet opnemen van kinde
ren en aangaande het niet opnemen der Rekening door B. en W.
Gouverneur blijft bij zijn eerst geno/men beslissing en ver
zoekt de R.K. Weesvoogden volgens voorschrift steeds een Be
groting ter goedkeuring in te zenden.
Verder ontvangen B. en W. de aanmerking, dat zij in het ver
leden niet kinderen aan R.K. Weesvoogden hadden moeten presen
teren, maar dat R.K. Armvoogdij dit had moeten doen.
Nu moet de zaak aan Z.M. worden voorgelegd.
Dit geschiedt in een verzoek, waarin het ontstaan van het R.K.
Weeshuis historisch wordt ontwikkeld. 21-6-1834 14.
Voor 1786 verzorgden R.K. Armvoogden tevens wezen.
1786. R.K. Weeshuis opgericht; 3 Voogden en 3 Voogdessen.
Weeshuis ontving jaarlijks een bedrag van R.K. Arm
voogdij
Armvoogden moesten de kinderen aanbieden aan Wees
voogden.
1-10-1796. 2 Weesvoogden, 1 President-rentmeester, 3 Voogdessen.
De financiële administratiè bleef dezelfde.
19-5-1802. Wegens twist over de directie werd bepaald:
3 Weesvoogden en 3 Voogdessen.
Armvoogdij doet afstand van de directie, maar ver
schaft de financiën.
Armvoogdij behoudt het recht wezen te plaatsen.