Mededeling door Ged. Staten aangaande misbruiken door
houders van Banken van Lening gepleegd; n.1. het heffen van
gelden voor bijzondere diensten door de geëmployeerden bij de
Bank.
Afschrift gezonden aan Commissarissen der Bank, met verzoek
een onderzoek te houden en de uitslag aan B. en W. te berichten,
om deze aan het slot van het besluit van Ged. Staten te kunnen
laten voldoen. 14-9-1850 10.
Antwoord van Commissarissen der Bank. 22-10—1850 10.
Missive van Commissarissen der Stadsbank van Lening
aangaande de continuatie van het thans bestaande Tarief van
interesten voor de Bank, vastgesteld bij K.B. 27-5-1845. No.67»
welk tarief per 1—1—1851 vervalt.
In advies gehouden tot volgende vergadering. 22-10-1850 11..
Besluit Ged. Staten aangaande de vermindering van de
rentestand bij de Stadsbank van Lening alhier, voor panden van
fl.0,50 tot fl.50,-, met verzoek om een gemotiveerd voorstel
te doen, hetzij tot vermindering, hetzij tot behoud van de
standaard
Besloten aan Commissarissen der Bank inlichtingen te vragen.
(Missive dezerzijds 30-10-1850. No.7/1197). 30-10-1850 7.
Antwoord van Commissie. Medegedeeld in Raad.
6-11-1850 6.
Missive van Commissarissen der Stadsbank van Lening
in antwoord op Missive dezerzijds 16-10-1850 No.7/1136, aan
gaande de overbrenging van een gedeelte der overwinst, bij de
Bank aanwezig, in de Stadskas, om te gebruiken op Begroting 1851
Medegedeeld in Raad. 30-10-1850 14.
In verband met Missive dezerzijds 16—10—1850 No.7/1136,
houdende voorstel van B. en Waan Commissarissen der Stadsbank
van Lening over het benutten van een deel der overwinst bij deze
Bank, en het daartoe brengen van een zekere som op Begroting
1851> en het antwoord van Commissarissen daarop, houdende be
zwaren daartegen, vooral op grond van Art.16 van het bij H.B.
19-4-1834. No.27 onder wijziging goedgekeurde Reglement, is be
sloten de overwinst ten dele te benutten voor de Stads Armvoog-
dij, en daartoe van deze winst f112.000,- op Begroting 1851 te
plaatsen, omdat deze in 1849 en 1850 een zeer belangrijk subsidie
heeft ontvangen. 7-11-1850 38
Toezending door Ged. Staten van Missive van Min. van
Binnenl. Zaken, houdende mededeling dat de termijn, waarvoor
het heffen van de tegenwoordige rentestandaard bij de Bank van
Lening te Leeuwarden laatstelijk is toegestaan, eindigt per
31-12-1850, en dat deze verminderd moet, althans voor panden
van fl.0,50 tot fl.50,-. Indien handhaving van de bestaande
rente noodzakelijk is, moet dit met gedocumenteerde argumenten
worden aangevraagd.
Missive van Commissarissen der Bank van Lening, houdende
dat deze het met de Minister eens zijn, en voorstellen de rente
2 °/o te verlagen, derhalve te brengen op 12 °/o
Dit wordt aan Commissaris des Konings voorgesteld.
R. 7-11-1850 5.
Voorstel door Commissarissen der Stadsbank van Lening
tot verhoging der traktementen der beambten dldaar, t.w.
Boekhouder van fl.850,- op fl.1000,-
Schatter van fl.600,- op fl. 700,-
1e klerk controleur van fl.550,- op fl.650,-
2e klerk van fl.275>- °P fl.325»—
Handlanger van fl.250,- op f1.275»-
Adsistent handlanger van fl.75»- °P d90-
zo mogelijk per 1—1—1851.
Gesteld in handen der Personele Commissie ter onderzoek ter
plaatse. (Mr. G.N. Muiier, Mr. H. van der Kooi, N.T. Haver-
schmidt). R. 5-12-1850 4.
Benoemd als Commissaris der Stadsbank van Lening,
inplaats van Mr. NIC0LAAS F0CKEMA, per 1 1 1851 aftredend
Mr. NIC0LAAS F0CKEMA.
Mede op voordracht: Mr. J0HANNES WIJBRANDUS TROMP.
R. 5-12-1850 7.