157.
Missive van de Militie-commissaris in verband met
het wegblijven van verschillende verlofgangers bij de Inspectie1 s
4-12-1819 3.
Toezending door de Militie-commissaris der 8 eerste
kantons van een staat der verlofgangersdie op de laatst ge
houden inspectie niet zijn verschenen, 3-6-1820 10.
Toezending ter inzage door de Militie-commissaris
van een staat van verlofgangers, die op de laatste inspectie
niet zijn verschenen. 22-8-1820 9»
Toezending van K.B., aangaande het aantal verlof
gangers, dat in het najaar onder de wapenen moet komen voor
inspectie. (Prov. Blad No.55). 29-8-1820 2.
Aanschrijving door Gouverneur, houdende bepaling der
dagen, uren en plaatsen, waar de inspectie's over de verlof
gangers zUllen plaats hebben. (Prov. Blad No6614-1Ó-1820 1.
Verzoek door Militie-commissaris om informatie,
waarom de verlofgangers: H00GEB00M,
TUINMAN
DE JONG,
REITSMA
DREUNHUIZEN
niet op de inspectie zijn verschenen. 25-8-1821 8.
Mededeling door Gouverneur van bepaling, waar en
wanneer tijdens het aanstaande verlof jaar de inspectie van de
verlofgangers zullen worden gehouden(ProvBlad No.92).
16-10-1821 2.
Idem, dat verlofgangers tijdens inspectie in dienst
zijn en staan onder militaire jurisdictie. (Prov. Blad No. 102).
4-12-1821 1.
1inks
Toezending door Militie-commissaris der kantons 1-8
van lijst van verlofgangers, die achtergebleven zijn bij de in
Nov. gehouden inspectie, met verzoek te informeren naar de
reden, 4-12-1821 2.
Missive door de Militie-commissaris der kantons 9~16,
houdende bevestiging der ontvangst v^.n Missive dezerzijds
30-3-1822. No153Tevens mededeling dat de verlofganger
PIETER HENDRIKS BOS bij de gemeente Westellingwerf vertrek naar
Leeuwarden heeft aangegeven, maar zich in Leeuwarden niet heeft
gemeld en daar ook niet aan de inspectie heeft deelgenomen.
P.H. BOS is hier niet bekend als timmerknecht, noch bij baas
BOUWE HETTES VAN DIJK in de Grote Kerkstraat, noch bij de anderen
6-4-1822 9.
Informatie door de Militie-commissaris der kantons 1-8
waarom: AÜKE REINDER VAN DER VEEN,
HARTOG JAGOB HAMBURG,
JOHANNES SMIT,
van de laatste inspectie zijn weggebleven. 25-5-1822 10.
Opgave door cb Militie-commissaris van enige verlof
gangers, die niet zijn verschenen op de laatste inspectie, met
verzoek de reden hiervan te onderzoeken. 17-8-1822 3.
Mededeling door Gouverneur van de dagen en uren der
inspectie der verlofgangers. (Prov. Blad No.77). 19-10-1822 4.
Mededeling door Kolonel LYCKLAMA h NIJEHOLT, Militie
C0mmissaris dat bij de inspectie in maart van de verlofgangers
niet zijn verschenen: FOPPE EELTJES DE VRIES, en
CHRISTIAAN VAN DER STEEG.
Onderzoek wordt verzocht. 7-6-1823 7.
Mededeling door de Militie-commissaris kanton 1-8,
dat bij de inspectie der verlofgangers op 31-5-1823 ontbraken:
GERRIT GROEN,
THEODORUS VAN DER VEIT
PIETER JOH. BOOMSTRA,
JACOB LAMMERT VAN DOESUM.
Verzocht wordt bericht of deze wettig verhinderd waren.
8-7-1823 2.
