158
Mededeling door de Militie-commissaris der kantons
1-8, dat hij die motgen de verlofganger JAN FOKKES DE VRIES,
die zonder ransel op de inspectie is verscehenen, voor 2 da
gen naar de provoost heeft gezonden.
Verzocht wordt mede te delen of deze de kosten kan betalen.
Door Burgem. wordt geantwoord, dat de gestrafte en zijn moeder
in zeer armoedige omstandigheden leven. 9-8-1823 21.
Verzoek van de Militie-commissaris der kantons 1-8
om na te gaan of de op de toegezonden staat voorkomende verlof
gangers die afwezig waren van de laatste inspectie, daartoe
een wettige reden hebben. 16-8-1823 10.
Idem voor de kantons 9-16 met betrekking tot de ver
lofganger: FEYE ROMKES. 16-8-1823 11.
Mededeling door Militie-commissaris der kantons 1-8,
dat door hen aan de verlofganger REINIER FILON, een provoost
arrest van 2 x 24 uur is opgelegd. -|4_-|0-1823 9
Aanschrijving door Gouverneur, houdende bepaling van
de dagen waarop de inspectie der verlofgangers der Militie in
het a.s. jaar zal plaats hebben. (Prov. Blad No.108).
18-10-1823 6.
Mededeling door de Militie-commissaris van de verlof
gangers, die niet op de inspectie zijn verschenen.
Verzocht wordt opgave der redenen. 6-12-1823 8.
Verzoek door de Militie-commissaris om informatie
waarom de verlofgangers
SJOERD VAN DER VEEN,
JAN FOKKES DE VRIES,
THEUNIS JOHANNES VAN DEN BERG,
bij de inspectie in Febr. afwezig waren. 9-3-1824 9.
Idem van:
JOHANNES CORNELIS PROSé,
NICOLAAS VAN MIERLOO
BERNARDUS KARST KLEISMA.
Tevens wordt geïnformeerd naar het achterblijven van:
JAN KUIPERS. 23-3-1824 6.
Informatie door de Militie-commissaris der kantons 1-8
waarom enige verlofgangers van de inspectie zijn weggebleven.
1-6-1824 2.
Aanschrijving door Gouverneur, houdende de bepaling
der dagen en uren, waarop de inspectiën der verlofgangers der
Militie zullen plaats hebben. 16-10-1824 5.
Opgave dooi' de Militie commissaris der kantons 1-8,
van de verlofgangers, die absent zijn gebleven bij de laatste
inspectie. Verzocht wordt informatie der reden. 11—12—1824 3.
Mededeling door Gouverneur dat, in verband met de
overstromingen zal gewacht worden met het vaststellen van het
tijdstip der lorting voor de Militie, en eveneens met de in
spectie der verlofgangers. 15-2-1825 4.
Verzoek van de Militie—commissaris der kantons 1—8,
om opgave, waarom 21 verlofgangers van de inspectie zijn wegge
bleven. 28-6-1825 3.
Idem, om de verlofganger GUILLAUME WINCK METTRAI aan
te schrijven zich te melden bij de Plaatselijke Commandant voor
provooststraf van 2 x 24 uur wegens absentie op de laatste
inspectie. 30-7-1825 6.
Toezending door Militie-commissaris der kantons 1—8
van opgave van 24 verlofgangers, die zijn weggebleven van de
laatste inspectie. Inlichtingen worden verzochtv 16-8-1825 5»
Mededeling door Gouverneur van de dagen, waarop de
inspectiën der verlofgangers der Militie worden gehouden.1
18-10-1825 4.
Verzoek van de Militie-commissaris om de verlofgangers
ANDRIES WALJEBACH van Utingeradeelen
MEYER ABRAHAMS COHEN van Rauwerderhem
aan te schrijven zich op Za. 7-1-1826 te melden bij de Plaatse
lijke Commandant voor het ondergaan van 2 dagen provoost—arrest
wegens achterblijven der laatste inspectie. 3-1-1826 8.