1 6o
Missive van de Luit.KolonelMilitie-commissaris
in de kantons 1-8 aangaande de verlofganger: JOUKE TJERK
TUINSTRA van de Afd. Kurassiers No.3, die van de inspectie
in de kantons 9-16 en die in de kantons 1—8 is weggebleven.
Onderzoek wordt ingesteld. 1_9_-]84o 15.
Verzoek van de Militie-commissaris der kantons 1—8
om opgave wegens bet afwezig blijven van een aantal genoemde
miliciens van de 3-maandelijks e inspectie van 15-2-1841.
27-2-1841 7.
Idem. 15—5—1841 10.
Idem. Inspectie op 3*8-184i. 14-8-1841 12.
Idem. Inspectie op 7-5-184-2. 24-5-1842 6.
Idem. 25-6-1842 1.
Idem. 21-11-1843 6.
Idem. Inspectie op 17-10-1844. 2-11-1844 5.
Idem. Inspectie op 27-10-1847. 17-11-1847 13.
Missive van de Militie-commissaris der kantons 1-8
aangaande het opmaken van een gezuiverde nominatieve staat
der miliciens verlofgangers, de dag voordat de inspectie zal
plaats hebben. Zal gevolg aan worden gegeven. 15-5-1850 8.
Toezending door de Militie-commissaris van 2 orders
wegens opgelegd arrest voor de met groot verlof zijnde miliciens
RINSE LEYSMAen
IJSBRAND POSTMUS, ter uitreiking. 16-10-1850 9.
Idem van: JAN PELDERen
SIMME ATES ZIJLSTRA.
Onverwijlde uitreiking wordt verzocht. 9-1 1-1850 9„
MOBILISATIE
Aanschrijving door Gouverneur omtrent de opkomst der
verlofgangers21-8-1830 1.
Idem; nadere bepalingen. 2 1-8-1830 3.
Aanschrijving van Gouverneur, houdende oproeping der
manschappen bij de verschillende korpsen in Reserve staande.
Hieraan wordt uitvoering verleend. 2-10-1830 3.
Proclamatie van Z.M., waarbij de ingezetenen te
wapen worden geroepen. Is afgekondigd en aangeplakt.
8-10-1830 1.
Aanschrijving van Gouverneur om te doen toezien of
hier ook militairen zijn teruggekomen uit krijgsgevangenschap
in de Zuidelijke Nederlanden, om deze dan onder geleide naar
de provincie-hoofdplaats te zenden en aan de Commandant aldaar
te worden overgegeven, die ze naar hun korps zal opzenden.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 19-10-1830 6.
HERHAL INGS OEFEN INGEN"I
Missive van Garnizoens-commandant aangaande de op
komst der grootverlofgangers op 15-9-1817. Gevraagd wordt waar
deze zullen worden ondergebracht, daar de kazerne te klein is.
10-6-1817 3.
Legering wordt in orde gemaakt. Getracht zal worden
fournituren van Sneek te lenen. 14—6—1817 7.
Verzoek van Intendant Generaal van de Administratie
van Oorlog van opgave der gebouwen, waarin gedurende 1 maand
de opgekomen verlofgangers kunnen worden gelegerd.
22-7-1817 6.
Mededeling door Garnizoens-commandantdat in Sep
tember weer Landmilitie zal worden opgeroepen.
Aan Gouverneur zal verzocht worden de Kanselarij te mogen ge
bruiken. 1-8-1818 18.
Op 15-9-18i8 opkomst van verlofgangers voor herhaling
25-8-1818 2.
K.B. regelende de garnizoensdienst in steden, die
tijdens de manoeuvres van 15-9 tot 15-10 geen garnizoen hebben.
Aangezien te Leeuwarden wel garnizoen blijkt, wordt deze mede
deling voor kennisgeving aangenomen. 29-8-1818 3.