183.
Mededeling door Ontvanger-Generaal in Vriesland, dat
de stad aan het Rijk schuldig is 327,57, wegens kazernerings-
en stalgelden. Betalingsordonnantie wordt opgemaakt.
20-4-1822 5.
Toezending door Gouverneur van ordonnantie van Dep.
van Oorlog ad 93,10, wegens huisvesting en voeding van lote-
lingen Militie in mei 1821. 28-5-1822 1.
Aanschrijving door Gouverneur tot het inzenden van vor
deringen ten laste van het Dep. van Oorlog over 1821.
(Prov. Blad No, 10) Er zijn geen vorderingen meer. 8-6-1822 1
Toezending door Gouverneur van een door Commissaris-
Generaal van Oorlog gezonden ordonnantie voor kazerneringsgelden
ad 28, 19ir. 30-7-1822 4.
Idem ad 123,20. 24-12-1822 2.
Idem ad 28,53. 22-7-1823 5.
Idem ad 12,40 tijdens 2e kwartaal 1823. 25-10-1823 1
Idem ad 138,95 over 1823. 16-12-1823 2.
Idem ad 32,03, 3e kwartaal 1823. 2-3-1824 2.
Idem ad 1917,- wegens overgenomen kazernefournituren
29-9-1827 5.
Idem ad 200,90 over 1845. 13-12-1845 5.
Verzoek door Ontvanger-Generaal in Friesland, om te
betalen de declaratie ad 42 1,76 voor verschuldigde kazerne—
en stalgelden over 2e halfjaar 1822. Ordonnantie wordt gereed
gemaakt12_10-1822 3.
Idem over 1e halfjaar 1822: 260,54. 22-2-1823 10.
Aanschrijving tot het onverwijld inzenden van de vorde
ringen op het Dep. van Oorlog over 1822. (Prov. Blad 'No. 55).
Stad heeft geen vorderingen op dit Dep. over 1822. 17-6-1823 3.
Mededeling door Ged. Staten, dat de vordering van deze
stad op Groningen wegens levering van kazernefourniturenaldus
zal worden opgelost, dat telkens 13 deel der Groningen toekomende
kazerneringsgelden zal worden ingehouden. Medegedeeld in Raad.
10-10-1823 10.
Mededeling hiervan in Raad6R. 3-11-1823 1.
Besluit van Ged. Staten, houdende bepalingen aangaande
de liquidatie der schulden van Harlingen aan Leeuwarden wegens
overgenomen kazernefournituren. 20-3-1824 2.
Antwoord van Commissaris-Generaal van Oorlog op Mis
sive dezerzijds 14-5-1824. No.81, dat Hoofdadministrateur 8e Afd.
Infis aangeschreven de gewone indemniteit voor beddehuur te
voldoen voor de militairen buiten de gewone sterkte.
Ter kennis gebracht van Agent van Kazernering. 25-5-1824 1.
Mededeling door Gouverneur, dat de declaratie voor
huisvesting en voeding der Militie, lichting 1825, niet kan wor
den betaald voordat de kwitantiën zijn opgezonden, terwijl decla
ratie 1824 is zoek geraakt.
Bericht wordt dat er geen kwitantie's zijn.
Een nieuwe declaratie 1824 wordt gezonden. 20-9-1824 4.
Aanschrijving door Gouverneur tot onverwijld inzenden
der vorderingen ten laste van Dep. van Oorlog over 1825.
24-6-1826 2.
Idem over 1826. 19-5-1827 6.
Idem over 1828. Niet van toepassing. 23-5-l82g i..
Idem over 1829. 18-5-1830 3.
Terugzending door Gouverneur van een indertijd ten laste
van Dep. van Oorlog ingezonden declaratie voor scheeps- en
schuitvrachten 1e halfjaar 1831 met verzoek deze volgens bij
gaande aanmerkingen, gewijzigd in te zenden. 10-8-1833 10.
Aanschrijving door Gouverneur aangaande de afgifte van
kwitantiën voor schadeloosstelling van huisvesting en voeding
van troepen. 2-9-1834 1.
Missive van Gouverneur, houdende uitnodiging tot terug
ontvangen van de betaalde reisgelden aan miliciens der lichtingen
1827, 1828, 1829, 1830, ad 148,34£. 2-7-I836 2.
Missive van Gouverneur aangaande de afgifte van kwi
tantiën voor betalingen wegenshuisvestingetc., ten behoeve
der Landmacht. 17-3-1849 4.
