MILITAIRE ZAKEN.
1811 - 1813.
Algemeen
Lastgeving door Prefect, 26-9-1811, tot de uitbetaling van een
som ad fl.9788,26 voor de Compagnie de Reserve.
De eerste helft, ad fl.2330-10-8 is op 1-10 voldaan aan de Ontvanger-
Generaal, de ander helft moet eind september worden betaald.
Zie Missive No. 233. I.M. 1811/12. Eol.41r. No.5.
(1-10-1811)
Toezending door KESMAN, 24-10-1811, van een mandaat ad
fr. 180,07 voor OEKEL, alhier woonachtig
Ontvangst bericht bij Missive No. 255. I.M. 1811/12. Fol.75r. No.7.
(26-10-1811).
(Inhoud Missive No. 255: Bericht van Adjunct-Maire aan KESMAN te Amsterdam,
van ontvangst van mandaat voor Mr. SCHEL (OEKEL getekend voor ontvang
door OEKEL).
Aansporing door Prefect, 21-4-1812, om het bij Besluit 8-3-1812
gevraagde antwoord spoedig in te zenden. I.M. 1811/12. Fol.l08r. No.2.
(27-4-1812).
Mededeling van de aanstelling van ANTH0NIDES, tot Chef der
Militaire convooyen. I.M. 29-5-1812 No.73.
Toezending door Chef 5e Devisie Ministerie van Oorlog te Parijs
van 2 gratificatiën, elk ad 100 franc, voor de soldaten:
0. HAMERS, en
H. DREUNHUIZEN.
Beantwoord bij Missive No. 202. (deze bevat de kwitanties). I.M. 8-7-1812.No.161
Verzoek van Maire Woerden om aan de oeconome BEN0IST zijn aan
stelling naar de Armee te overhandigen.
Onmiddellijk uitgevoerd. I.M. 4-10-1812No315
Mededeling door Commissaris van Oorlog CACHEUX, 25-4-1813, dat
hij provisioneel is overgeplaatst naar Aurich, en dat M. YPEY met de waar
neming alhier is belast. I.M. 1813.Fol.102r.No.146
Vroegere Schutterij.
Verzoek van L.N. MEIZ, apotheker, om vrijstelling van de betaling
der contributiegeldenAfgewezen. I.M. 1811/12. Eol.l3r. No. 2.
(pag. 66).
Verzoek van Geweermaker L0URENS DE WAARTDT, om betaling van f1.300,-
wegens reparatie aan geweren van voormalige Schitterijen20-8-1814 7.
Hiermee wordt gewacht tot de oude schuld der voormalige Schut
terij tot liquiditeit is gebracht. 20-8-1814 9.
Verzoek van 0.0. MEINSMA, koopman, om betaling der rekening
ad fl.82-8-8, van geleverde orangecocardes 1813 voor de Schutterij, op
bevele van Commandant G.F. BARON VAN ASBECK. 12-11-1814 10.
Wordt betaald zodra er een fonds voor Kozakken beschikbaar is.
22-11-1814 14.
Rapport aangaande de staat der oude Schutterij. 14-1-1815 7.
Vorderingen moeten voor 1-3-1815 worden ingediend. 17-1-1815 8.
Missive Gouverneur van 31-3-1815 zal aan de oude Schutterij be
kend worden gemaakt. 8-4-1815 4.
Uit: Res. Raad aangaande de regeling der financien voor 1814:
SIM0N EEDDEMA is reeds voor jaren bij de Schutterij tijdens een zware brand
zodanig ongelukkig geworden, dat hij niets kan verdienen; deze ontvangt
jaarlijks een gratificatie. R. 4-12-1816 1.
(blz. 29 achterzijde).
Verzoek van Gouverneur om opgave van de goederen en bezittingen
der voormaals in deze provincie bestaan hebbende Schutterijen. 4-12-1824 5.
De Stads Doele is sinds onheugelijke tijd in bezit der Schutterij:
de herkomst hiervan is onbekend.
Na opheffing der Schutterij is het gebouw in handen der stad gekomen, met
de schulden. Het totaal verwaarloosde gebouw is geheel hersteld.
Thans is het een kostschool voor Oonge Heren. 7-12-1824 2.