119
VONNISSEN SCHUTTERSRAAD en KRIJGSRAAD MILITIE.
Algemeen.
Aanschrijving door Gouverneur ter uitvoering van K.B.
27-12-1835 aangaande de regeling der kosten van dagvaar
ding, aanmaning, etc. in Schutterlijke rechtszaken.
Verzocht wordt vóór 25—2—1836 de bedoelde voordracht te doen.
Gesteld in handen van Schuttersraad0 30-1-1836 4
Missive van Schuttersraad aangaande de uitvoering van
K.B. 27-12-1835 omtrent de regeling der kosten van dagvaar
ding, aanmaning, etc. en Schutterlijke rechtszaken.
Afschrift dezer Missive gezonden aan Ged. Staten, met bericht
dat B W zich met de inhoud verenigt. 1-3-1836 2
Gedeserteerde en achtergebleven personen.
Toezending door Gouverneur van biljetten voor de nala-
tigen der Schutterij. 13-6-1829 3
Opgave door Auditeur Schuttersraad van 6 niet-inge-
schrevenen voor de Schutterij, die onvindbaar zijn, t.w.
DOEKE PETRUS SINNEMA.
ERRIT CORNELIS DE VRIES.
KLAAS VENEMA.
JOHANNES LEENDERTS RODENHUIS
DOUWE FREERKS FABER
AEBELE SJOERDS POSTMA.
Verzocht wordt deze op te roepen ter vervolging voor de
Schuttersraad. In advies gehouden.
Betrokkenen doen oproepen door politiebedienden. 22-9-1829 6
Mededeling door Gouverneur, dat zich hier zou bevinden
met een schip: JAN EDES ZIJLSTRA, schutter 1e ban der grie
tenij Oostdongeradeeldie niet is opgekomen.
Verzocht wordt eventueel aflevering aan het gemeentehuis.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 8-2-1831 3
Verzoek van Gouverneur om opsporing van de schutter:
GERKE SIJTZES ZIJLSTRA uit Kollumerlanddie als schippers
knecht op deze stad zou varen, en deze bjj ontdekking aan
Gouverneur over te leveren.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 5-4-1831 6
Idem van de achtergebleven schutter uit Opsterland:
AUKE JANNES BRINKSMA
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 9Ij-— 1 83 1 4,
Toezending door Gouverneur van staat van schutters
der 1e Ban uit Z.Holland, die de order tot vertrek ontvingen,
maar niet zijn opgekomen, met verzoek eventueel arrestatie en
opzending.
Gesteld in handen van Commissaris van Politie. 4-5-1831 3,
Idem uit de provincie Utrecht. 7-5-1831 2
Idem uit Utingeradeelt.w.
MARCUS HENDRIKS DE BOER. 14_5-1831 3'
Is hiet onvindbaar. 17-5-1831 3S
Missive van Gouverneur aangaande het achterblijven
van schutters van kortstondige verloven.
Is hier niet van toepassing. 31—5—1831 1.
Aanschrijving door Gouverneur tot het opsporen van de
nalatige schutter uit Opsterland: AUKE JOHANNES BRUINSMAdie
bier onlangs nog met zijn schip met turf in het Ruiterskwartier
moet zijn geweest. 31-5-1831 2.
Mededeling door Gouverneur, dat de alhier opgespoorde
achtergebleven schutter AUKE JOHANNES BRINKSMA, behorende tot
Opsterland, aan het Gouvernementshuis is bezorgd.
24-12-1831 1.
Missive van Gouverneur aangaande de aanhousing en op
zending van schutters uit 1s-Hertogenboschalhier zonder
verlof aanwezig.
Aanschrijving aan Commissaris van Politie. 2-7-1831 5.