137
Toezending door Gouverneur van afwijzende beschikking
door Min. van Binnenl. Zaken op het verzoek van de schutter:
JOHANNES HILARIUS om kwijtschelding der boete ad 15,-,
waartoe hij is veroordeeld door de Schuttersraad.
Wordt medegedeeld aan Schuttersraad en uitgereikt aan be
trokkene. 13_8-18^9 3.
Toezending door C.d.K. van verzoek van: JACOBUS
REGNERUS BUISSINK, lid der Dienstdoende Schutterij alhier,
om vrijstelling van de boete, waartoe hij op 4-10-1850 door
de Schuttersraad is veroordeeld wegens het niet bijwonen der
exercitiën op 5/8, 19/8 en 10/9-1850.
Aan C.d.K. wordt bericht overeenkomstig de inhoud van een
Missive van de Schuttersraad dienaangaande4-12-1850 3.
Door Ged. Staten verklaard niet meer ontvankelijk te
ziJn* 18-12-1850 13.
DIENSTENOEFENING
Oefening.
Mededeling door Commandant Schutterij, dat de winter-
exercitiën zullen beginnen dinsdagavond a.s. en wel in het ge
bouw der voormalige Jansenistekerk11-1-1816 6.
Verzoek van Commandant Schutterij om de stadsgracht
schoon te maken, teneinde daarin aan het einde dezer maand,
als naar gewoonte, een vispartij te houden.
Wordt opgedragen aan de stads tuinman TJALLING2-8-1823 10.
Verzoek van Gouverneur, onder herinnering aan Art.31,
Wet Schutterij 27-2-1815, om te zorgen dat de Schutterij voortaan
geoefend wordt in het schijfschieten, en in de dienst van scherp
schutter.
Door B W wordt geantwoord, dat dit uitsluitend het werk is
van Commandant Schutterij, alleen de tijd en plaats worden gere
geld met overleg van het Plaatselijk Bestuur. 7-7-1826 5.
Aangezien op 31-7-1826 de exercitie der Schutterij door
het luiden der Oldehoveklok te 3 uur, te laat is afgelast,
waardoor vele arbeiders hun dagloon misten, wordt aan Comman
dant Schutterij de reden van het te laat luiden der klok ge
vraagd. 1-8-1826 15.
Op informatie naar de reden, waarom de Schutterij alhier
niet is geoefend in het schijfschieten (Art-31 der Wet Schutterij)
wordt geantwoord, dat een gelegenheid daarvoor in deze gemeente
niet bestaat. (Missive dezerzijds 8-7-1826. No.363).
17-3-1827 12.
Mededeling door Gouverneur, dat de Administrateur Nat.
Militie en Schutterij gewezen heeft op de noodzakelijkheid een
geschikt exercitieveld voor schijfschieten in te richten.
Door B W wordt bericht, dat een exercitieveld van bijna 3
bunder aanwezig is, echter niet geschikt tot schijfschieten,
daar het omringd is door landerijen, waarin vee, en in de nabij
heid van woningen. 28-4-1827 3.
Missive van Gouverneur omtrent een terrein voor schijf
schieten voor de Schutterij. 18-10-1828 4.
Aan Commandant Schutterij wordt gevraagd aan welke eisen
een dergelijk terrein moet voldoen, en waar dit eventueel te
vinden zal zijn. 1-1 1-1828 9.
Aan Gouverneur wordt bericht, dat hier slechts 1 ter
rein is, dat ook door de militairen wordt gebruikt en gelegen
is aan de Zwarte Weg, op het grondgebied van Leeuwarderadeel
te ver van de stad en ongunstig gelegen. 15-11-1828 8.
Informatie door Commandant Schutterij of buiten de oefe
ningen der Schutterij ook nog theoretisch onderwijs aan officie
ren mag worden gegeven.
Geantwoord wordt: exercitiën van officieren, onder-officieren en
korporaals met lijntjes niet; dit zijn gewone oefeningen.
(zomers om de 14 dagen)maar theoretische lessen voor offi
cieren in de wintermaanden wel. 16-6-1827 16.