13.
De alphabetiscbe lijsten voor de loting der Schutterij
1828 worden ter visie gelegd van 9-18/6-1828, en de loting
der lichting 1803 -1794 vastgesteld op 19, 20, 23, 2425
en 26-6-1828. 3-6-1828 3.
Aan Commandant Schutterij wordt kennis gegeven van de
dagen der loting voor de Schutterij, met verzoek een onder
officier aan te wijzen aldaar aanwezig te zijn op grond van
Art.13. K.B. 21-3-1828. (St. No.17). 7-6-1828 9.
WIERDSMA en ROMKES gecommitteerd om op 19 en 20-6-1828
aanwezig te zijn bij de lotingen voor de Schutterij.
17-6-1828 7.
Op 23-6-1828: J.D. WIERDSMA en J. ROMKES.
Op 24-6-1828: T. FEENSTRA en J.D. WIERDSMA.
Op 25-6-1828: J.D. WIERDSMA en P. CATS
Op 26-6-1828: J.D. WIERDSMA en J. ROMKES1QOO
Toezending door Gouverneur van de Registers en biljet
ten der loting voor de Schutterij. 21-6-1828 1
Besloten het benoemen van een commissie voor de loting
der Schutterij telkens te doen voor iedere loting, en de secre
taris op te dragen der aankoop der vereiste ringen voor de
lotingsbiljetten. 7-6-1828 2.
Benoemd in de Commissie tot aanwijzing der Schutters
met Commandant Schutterij tot 1-6-1829:
P. ZEPER en W. ALBARDA.
Als plaatsvervangers:
P. CATS en A.H. KLOMP.
Als Secretaris:
JAN PIETERS FRANK.
Als Geneesheren en Heelmeesters:
JACOB EVERHARD SIMON.
JAN VAN DER PLAATS
HENDRIK MEURSINGE.
JAN HARKEMA. R. 17-7-1828 7.
Missive van Gouverneur omtrent de voortzetting der
werkzaamheden volgende op de loting voor de Schutterlijke
dienst, volgens K.B. 28-6-1828. No.68. 22-7-1828 1.
Mededeling door Commandant Schutterij van een opgave
der sterkte, bedragende 151 man.
Aan Commandant worden opgegeven 221 man, die van lichting
1828 tot Schutters zijn aangewezen, en die dus de totale sterk
te op 372 man brengen, d.i. dus ongeveer het vereiste aantal.
(2 °/o der bevolking). 9-8-1828 5.
Mededeling door Gouverneur omtrent de behandeling der
niet-ingeschrevenen voor de Schutterij voor 1-6-1828.
19-8-1828 6.
Missive van Gouverneur omtrent het in dienst stellen
der Schutters en het brengen van deze op de rollen.
21-10-1828 6.
De Bijzondere Rol, bevattende 372 Schutters (volgens
K.B. 9-8-1828. No.43) wordt to egezonden aan Commandant Schut
terij, onder mededeling, dat de aangewezen Schutters kennis
is gegeven, dat de vrijgestelden is medegedeeld dat zij zijn
ingedeeld bij de Reserve, dat zij, die 5 jaar bij de oude Schut
terij dienden, ingedeeld zijn bij de Reserve.
Aan Commandant Schutterij wordt verzocht betrokkenen in te
delen, en op te geven hen, die onvermogend zijn kleding te
bekostigen. Verder wordt Commandant verzocht op te geven de
namen van hen, die moeten ontslagen worden. 15-11-1828 17.
Verzoek van Commandant Schutterij om het gevoelen te ver
nemen van de Administrateur der Militie en Schutterij of behal
ve de 372 Schutters ook niet het gehele kader uit de lote-
lingen moet worden genomen. Geïnformeerd wordt bij Gouverneur.
(Missive dezerzijds 18 1 1 1828. No.912). 18-1 1-1828 2.
Antwoord van Gouverneur, houdende mededeling dat offi
cieren, onder-officieren, korporaals en tamboers, indien d
deze gekozen zijn uit de opgeroepen personen, zij dan bij de
sterkte van het contingent zijn inbegrepen, en mitsdien strek-
2l—O—1o2o 11.