150
Aan Gouverneur wordt de reden opgegeven waarom beta
ling indertijd is geweigerd. B W zijn van oordeel, dat deze
zaak de besturen, waartoe de Schutterijen behoren, aangaat.
21-7-1832 12.
Toezending door Steenwijkerwold van nota van verple-
gingskosten ad 113,10 van de schutter JAN CHRISTIAAN DE
LANG, die op 19-9-1832 bij het vallen van een wagen zijn been
heeft gebroken en een hand heeft verstuikt.
Aan Gouverneur wordt tussenkomst verzocht, aangezien dit een
ongeluk is in dienst, daar betrokkene op 17-9-1832 reeds in
dienst was. 8-12-1832 10.
Het onderhoud van het krijgsvolk is ten laste van het
Rijk. 15-12-1832 5
Inzending door Commandant Schutterij van staat van gel
den, betaald aan leden, wegens gedane garnizoensdienst van
23-10 tot 7-11-1833.
Declaratie aan Gouverneur gezonden, met verzoek betaling
door Departement van Oorlog te bevorderen. 21-12-1833 15.
Verzoek van C.H. WILKESHUIS alhier, aangaande zijn nog
openstaande vordering op de Schutterij.
In verband met mededeling door Commandant Schutterij zullen
inlichtingen gevraagd worden aan R. BLOEMBERGEN, toenmalig
voorzitter dezer directie. 9-3-1846 11.
De vordering bedraagt 156-wegens in 1830 en 1831
aldaar gehouden repetities van het Korps Muzikanten der
Schutterij
Door B wordt geantwoord, dat zij door een onderzoek bij
Commandant Scbutterij en bij R. BLOEMBERGEN, destijds Direc
teur van het Muziekkorps, geen gegevens hebben kunnen krijgen
die de wettigheid der vordering aantonen. Zodoende kan aan
het verzoek geen gevolg worden gegeven. 20-5-1832 7.
Antwoord van Gouverneur op Missive dezerzijds 22-8-1846
No.91/883en onder terugzending der daarbij ingezonden decla
ratie wegens voorgeschoten gelden aan de Schutterij wegens
garnizoensdienst, onder mededeling, dat Dep. van Oorlog vol
doening weigert, omdat dergelijke kosten alleen bij gemis van
militaire garnizoenen in rekening kunnen worden gebracht.
Gesteld in handen van Secretaris, teneinde deze zaak in over
leg met Commandant en Luitenant-Kwartiermeester Schutterij,
zo goed mogelijk te regelen. 26-9-1846 4.
BEGROTING.
1 8 1 4
Indiening der Begroting 1814 ad 13.000,-.
Bezwaarlijk om dit bedrag te vinden door quotisatie, daar de
belastingen reeds zo hoog zijn. Wordt aan Raad voorgelegd.
6-12-1814 5.
Begroting 1814groot 13800- wordt goedgekeurd,
onder bepaling, dat de geleende som ad 7500,- voor eind
December moet zijn gerestitueerd. 24-1-1815 10.
(Zie voor de deliberatie: Notulen B 6-12-1814 en
24-1-1815). M. 24-1-1815.
1815:
Verzoek van Krijgsraad Schutterij om spoedige vaststel
ling der Begroting 1815in verband met te doene uitgaven.
27-7-1816 10.
1816:
Machtiging door Ged. Staten om de verhoogde contributie
of uitkoop Schutterij op Begroting 1816 provisioneel te innen,
hangende de deliberatie van Z.M. over bedoelde Begroting.
1-2-1817 5.
Mededeling door Ged. Staten, dat door Z.M. de Begro
ting Schutterij 1816 is vastgesteld, alsmede de inning van de
uitkoopgelden. 22-4-1817 1.