16. Aan betrokkenen wordt medegedeeld, dat zij van nu af leden der Schutterij zijn. 25-7-1829 6. Aangezien AUKE WIJBES POSTMA, voorkomende op de Bijzon dere Rol der Schutterij voor 1828 onder No.210, die naar Dok- kum is geweest en thans teruggekeerd, wonende K.98, zonder reden voor vrijstelling te hebben, wordt Commandant Schutterij aangeschreven hem in dienst te stellen en van Stadswege te kleden. 4-7-1829 19. Op verzoek van SERVASIUS DAMES, Schutter, No.99 der Rol van 1829, met verandering van Missive dezerzijds 14-8-1829 No.550, wordt door B W bepaald, dat genoemde persoon op stadskosten kan worden gekleed. 22-8-1829 8. Aan P. ZEPER en J.D. WIERDSMA opgedragen de loting- Missive van Gouverneur aangaande de inschrijving voor de Schuttery. 15_5_1830 1. der Schutterij te besturen. 13_5_1830 13. Benoemd als leden der Commissie, die met Commandant Schutterij de vrijstellingen, uitsluitingen, nummerverwisse lingen, etc. bij de Schuttersdienst regelt: P. ZEPER en J. ROMKES Als plaatsvervangende leden: T. FEENSTRA en J.D. WIERDSMA. Aan de Commissie wordt een Secretarie—ambtenaar toegevoegd. Als geneeskundigen tot bijstand worden benoemd de Stads genees- en heelkundigen: JACOB EVERHARD SIMON. JAN VAN DER PLAATS HENDRIK MEURSINGE. JAN HARKEMA. 15-5-1830 14. Toezending door Gouverneur van de Lotingsregeisters der Schutterij. 22-5-1830 3. Ter vervanging dergenen der Schutterij, die naar de Reserve overgaan, 1 5 deel of 59 man) en de opengevallen plaatsen (32 man), totaal 91 man, wordt: 1. De 92 eerste No's der Algemene Rol overgebracht op de Bij zondere Rol, en GERRIT MULDER (N0.31), gekomen uit 's-Gra- venhage, bij de Reserve gevoegd. 2. Bijzondere Rol toegezonden aan Commandant Schutterij. 3. Aan Commandant Schutterij opgedragen te zorgen voor kle ding en wapening der aangewezenen, en hen, die daar recht op hebben, naar de Reserve over te brengen. k. De nieuwe Schutters kunnen van Stadswege worden gekleed, behalve 28. JUDA BARUCH DE BEER. 35. CAREL WILLEM SEMLER 38. PIETER MEINDERSMA. 39. PETRUS ADRIANUS SCHIK VICTOR. 40. BROER TJITZES SCHUIL. 51. ADOLF YPEY 52. AUKE HANSES BONTEKOE. 53. GERRIT BINNES TICHELAAR. 5^. LUDOLF REINIER SALVERDA. 59. JOCHUM OBBES TERGUIN 62. GAJUS ANDREAE. 67. DIRK COETS 69. GEORG FREDERIK SIEVERS 70. JOSEPHUS JOHANNES BRUINSMA 73. JOHANNES MARTINUS GERARDUS LANGEMEYER 90. JANUAR WEEBER. Deze moeten zich zelf kleden. 27-7-1830 6. Opgave door Gouverneur van cfe alhier in garnizoen zijnde leden der Mobiele Schutterij, die wegens de stad nog geheel of gedeeltelijk moeten worden gekleed, met verzoek om dit ten spoedigste te doen. Op 17—11—1830 zullen deze van kleding worden voorzien; dit wordt bericht aan Gouverneur. 16—11-1830 2.3 Aan Commandant Schutterij wordt bericht, dat van Stads wege kunnen worden gekleed de Schutters: AUKE HANSES BONTEKOE. DIRK COETS10-8-1830 8

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 16