172.
Verzoek van TIETE TERPSTRA, koopman, Vliet, aldaar
wonende sedert Juni 1823, om restitutie van een gedeelte der
uitkoop Schutterij 1823, en om vrijstelling daarvan in 't vervolg.
In advies gehouden. 16—10—1824 16.
Vanaf 16-10-1824, d.i. de datum van kennisgeving der
verhuizing, wordt verzoeker vrijgesteld van betaling der uitkoop.
26-10-1824 5.
Vrijstelling uitkoop Schutterij 1825:
P.A. BERGSMA - 45,-
A.P.H. KUIPERS - 45,-
A. VAN HALMAEL - 70,-
G.L. FEYENS - 60,-
W.F.L. BARON RENGERS - 80,-
J.K. POPPENHUIZEN - 60,-
Bijlage Begroting 1825). R. 20-12-1824 10.
Verzoek van Mr. ARENT VAN HALAMEL Jr, Auditeur-Militair
alhier, om, in verband met zijn reclame aan Z.M. tegen de hoge
uitkoop Schutterij ad 70,-, hangende de deliberatie uitstel
over 1824 en 1825.
Afgewezen. 6-5-1825 8.
Aanschrijving van Gouverneur om verzoeker hangende de
beslissing van Z.M. ongemoeid te laten. 31-5-1825 4.
Toezending door Gouverneur van het verzoekschrift van
betrokkene aan Z.M. Speciaal wordt gevraagd, waarom aanslag is
opgelegd tijdens het verbljjf te 1 s-Hertogenbosch in 1821.
18-6-1825 5.
Beslissing van Z.M.; geen termen voor vrijstelling, wel
voor uitkoop.
Aan Ontvanger opgedragen de uitkoop in te vorderen. 23-7-1825 2.
Verzoek van MEINARDUS SIDERIUS DE WAL, schutter, om
vrijstelling van de schuttersdienst door uitkoop.
Op advies van Krijgsraad Schutterij toegestaan en uitkoop bepaald
op 40,-. 25-6-1825 4.
Verzoek van G.L. FEYENS om wegens 7-jarige betaling
van uitkoop Schutterij verder vrijgesteld te worden of verminde
ring. In advies gehouden. 23-7-1825 7.
Aangezien voor het K.B. van 1823 van beide kanten de
mening heerst, dat uitkoop na 7 jaar kan eindigen, wordt aan ver
zoeker medegedeeld dat hij nog de aanslag over 1826 moet betalen,
maar dan wordt afgevoerd.
Hetzelfde zal men doen met:
P.A. BERGSMA,
A.P.A. KUIPERS,
A. VAN HALMAEL,
die in hetzelfde geval verkeren. 13-8-1825 20.
Verzoek van Mr. G.L. FEYENS, advocaat, om vrijstelling va
van uitkoop Schutterij over 1825.
In advies gehouden. 12-11-1825 7.,
Afgewezen, daar het Kohier 1825 reeds is vastgesteld en
goedgekeurd. Wel wordt hij volgend jaar er niet meer opgebracht,
in verband met de billijkheid ten opzichte van hen, die uitkoop
vroegen voor K.B. 26-6-1823. 22-11-1825 6.
Door verzoeker wordt Gouverneur om vrijstelling gevraagd;
zolang moet de vervolging blijven rusten. 20-12-1825 6.
Verzoek van Mr. G.L. FEYENS om de hem verleende surseance van be
taling der uitkoop Schutterij, die is opgeheven, te herstellen.
Dit is onmogelijk, daar de Rekening moet worden afgesloten. Indien
vrijstelling wordt verleend, dan zal later restitutie plaats hebben
27-6-1826 6.
Toezending door Gouverneur van verzoek van:
MrGEORGIUS LAMBERTUS FEYENS om vrijstelling van betaling der
uitkoop Schutterij over 1825, het 8e jaar van zijn aanslag, en ont
heffing van de parate executie.
Aan Ontvanger is bij Missive dezerzijds 7-3-1827. No. 160 last tot
surseance gegeven.