28.
81. JAN DIJKSTRA.
86COENRAAD DE VRIES
87. ABRAHAM PIERS
91. THOMAS CAMMINGA. 3-8-1839 13
Toezending door Gouverneur van de rollen der Schut
terij lichting 1839 onder betuiging van tevredenheid over de
behandeling van het werk voor die lichting, voorzover blijkt
uit het verslag hierover. 21-9-1839 6
Toezending door Gouverneur van extract staat van
Schutters, die volgens de maandelijkse rautat ies tat en metter
woon naar elders vertrokken zijn, zonder dat zij over die maand
als aangekomen zijn opgegeven.
Verzocht wordt onderzoek te doen en het resultaat te berichte
30-11-1839 2
Toezending door Gouverneur van 3 Missives van besturen
in deze provincie aangaande de opsporing van van woonplaats
veranderde Schutters, met verzoek dienaangaande het nodige
onderzoek te doen en het resultaat binnen 24 dagen te be
richten. 25-1-1840 3
Circulaire van Gouverneur aangaande de inschrijving
etc. van de Schutterij lichting 1840. 30-4-184-0 4
Toezending door Gouverneur van het materiaal voor de
lotingsregisters en lotingsbiljetten voor de Schutterij.
13-6-1840 2
Benoemd tot de Commissie uit het bestuur, belast met
de uitvoering van de Loting der Schutterij voor 1840, tevens
met Commandant Schutterij, belast met beoordeling en onder
zoek der verzoeken om vrijstelling:
P. ZEPER en O.P. WALLER
Plaatsvervangende leden:
Mr. J.H. VAN BOELENS, en G. VAN WAGENINGEN.
Voor het secretariaat wordt een secretarieambtenaar aange
wezen.
Heel- en geneeskundigen:
JACOB EVERHARD SIMON.
JAN VAN DER PLAATS
HENDRIK MEURSINGE.
HENDRIK DIRK WIJNDELSieder bij toerbeurt.
13-6-184o 17
Toezending door Gouverneur van verzoek van: APOLLON
WILHELM VICTOR PEREZ aan Ged. Staten, houdende bezwaar tegen
zijn aanwijzing als Schutter.
Zaak zal worden besproken met de Commissie, en dienovereen
komstig bericht. 28-7-184o 6
Uitspraak der Commissie door Ged. Staten gehandhaafd.
11-8-1840 6
Missive van Gouverneur aangaande de overbrenging der
Schutters van de lichting 1840 op de Algemene Lijst der Schut
ters, en de inzending der lijst, der rollen en van het ge
wone jaarlijks verslag. 4-8-1840 2
Ter aanvulling die Schutters, het 1/5 gedeelte of
13 man, van het contingent, dat dit jaar naar de Reserve over
gaat, van 3 man die van buiten zijn ingekomen, (No's 5 en 6
over 1836 en No. 10 over 1839) en eveneens tot de Reserve zijn
overgegaan, en van 36 man voor ontbrekenden, (lichting 1839:
13, 1838: 7, 1837: 7, 1836: 9) wordt:
1. Van de Algemene Rol overgebracht naar de Bijzondere Rol
No's 1-156, W O 44 van buiten ingekomenen.
Aan deze wordt kennis gegeven, dat zij thans lid der
Schutterij zijn.
2. De Bijzondere Rol toegezonden aan Commandant Schutterij.
3. Commandant Schutterij wordt verzocht om:
a. De aangewezenen spoedig te kleden.
b. De rechthebbenden over te plaatsen naar de Reserve.
4. Aan Commandant Schutterij wórdt bericht, dat de nieuwe
Schutters van stadswege kunnen worden gekleed, behalve
de Nos