45 Op advies van Krijgsraad Schutterij wordt het verzoek van L. WINKLER, koopman, om vrijstelling van de dienst Schut terij, waarvoor hij is aangewezen, afgewezen, 1-1 1-1823 6. Idem van FOLKERT ROMKES BROUWER. Afgewezen. 1_11_1823 7. Idem van DURK WESTBONK. Toegestaan. 1-11-1823 8. Toezending door Krijgsraad Schutterij van verzoek van: Mr. ULB FOLKERTSM'A om vrijstelling van Schuttersdienst, op grond van asthma chronica, tevens overleggende een attest van zijn vader Dr. W. FOLKERTSMA. Advies is afwijzend, daar betrokkene bij de keuring voor de Schutterij door 5 medici is geschikt verklaard. Afgewezen. 22-11-1823 6. Toezending door Gouverneur van verzoek aan Z.M. door M.S. DE WAL over diens aanwijzing tot de Schuttersdienst. Dit verzoek wordt, met dat van Jr. VAN ALBERDA VAN EKENSTEIN, gesteld in handen der Commissie tot aanwijzing voor de Schut terij. 3_4_1824 3. Antwoord der Commissie, waarin verklaard wordt dat de aanwijzing volgens de Wet is geschied, en dat hij als gepaten teerd goud- en zilversmid geen recht heeft op vrijstelling. Afwijzend advies. 17-^-1824 16. Mededeling door Gouverneur dat door Z.M. het verzoek is afgewezen, maar dat uitkoop mogelijk is. 15-1-1825 5. Overeenkomstig advies van Krijgsraad Schutterij wordt de Schutter THEODORUS REINDER FEENSTRA wegens lichamelijk gebrek tot 1-1-1825 vrijgesteld van Schuttersdienst. 24-7-1824 6. In overeenstemming met advies Krijgsraad Schutterij wordt het verzoek van SJOUKE PLUIM HEIMANS om vrijstelling Schuttersdienst wegens doofheid of hardhorigheid afgewezen, en betrokkene verwezen naar Commandant Schutterij voor tijde lijke vrijstelling. 19-5-1827 16. Toezending door Ged. Staten van een bezwaarschrift van SJOUKE PLUIM HEIMANS, wiens verzoek om vrijstelling is afgewezen. Door B W wordt afwijzend geadviseerd, omdat hij in 1826 ook voor de Militie niet is vrijgesteld, maar zijn nummer heeft verwisseld voor een hoger. Hij is klerk bij notaris SCHELTINGA en voldoet daar. 4-8-1827 5. Door Ged. Staten afgewezen. 11-8-1827 9. Toezending door Commandant Schutterij van een staat der vrijgestelden. 16-6 1827 17. Toezending door Commandant Schutterij van lijst van 15 personen, die op de Bijzondere Rol niet voorkomen, maar vrij willig blijven dienen. B W gaan hiermede accoord, maar merken op, dat wel op deze Bijzondere Rol voorkomen: Korporaal JOHANNES BARTELSNo142 Sergeant SIJBREN BROERS, No.239, Schutter ANDRIES BUZING, No.437. Sergeant THOMAS CAMMINGA, No. 37^-(Reserve). 6-12-1828 15. Missive van Gouverneur omtrent de achtergebleven Schutter Mr. JOHANNES LAMBERTUS HUBER Door B W wordt bericht, dat hij bij zijn komst uit Franeker bij de Schutterij alhier is ingelijfd, maar op 21-10-1830 door de Commissie van onderzoek wegens zwakheid van gezicht voor waardelijk is vrijgesteld. 23-1 1-1830 9. Idem aangaande het ontslag van Schutters door verkre gen recht op vrijstelling, de jaarlijkse aanvulling der Schut terij voor 1831, etc. Wordt aan voldaan. 21-7-1831 3. Tegen Za. 8-10-1831 worden op het Raadhuis ontboden de Schutters, die niet met het mobiele deel der Schutterij zijn vertrokken omdat zij kinderen hebben, teneinde na te gaan of deze redenen nog bestaan. 5-10-1831

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 46