Besloten het Stadhuis in gereedheid te brengen in verband met
a.s. bezoek van Z.M. de Koning. 16-6-1818 9
Op Za. 27-6 komt Z.M. aan uit de richting Groningen. 20-6-1818 8
Machtiging aan Burgem. tot vragen aan Ged. Staten om machtiging
voor 2 a fl.3000,-.
Geen extra festiviteiten zonder machtiging Raad.
Comité van ontvangst: Burgem., 2 oudste en 2 jongste leden. R. 22-6-18 18 1
Machtiging door Ged. Staten tot uitgave van 2-3000 gulden uit het
Fonds voor Onvoorziene Uitgaven, voor ontvangst van Z.M. de Koning.
26-6-1818 1
RegeJLéing van de ontvangst van Z.M. 26-6-1818 2
Machtiging door Ged. Staten tot uitgave an 2 d 3000 gulden verleend.
R. 27-6-1818 2
Regeling van enkele festiviteiten:
Do. 2-7 wordt aan Z.M. thee aangeboden.
Vr. 3-7 harddraverij. 27-6-1818
Idem. R. 27-6-1818.
(Blz152).
Verzoek van Montbrion om bij het bezoek van Z.M. op Vr. 3-7-1818
'e-avonds in de Prinsentuin een luchtbal te mogen laten opgaan.
Toegestaan. 30-6-1818 5
Verslag van de audiëntie van het Stadsbestuur bij Z.M. 3-7-1818.
Klacht van F. VISSER, die bij het bezoek van Z.M. 2 tenten had op
gezet, dat zijn rekening van f1305-14 is verminderd op fl.150.
Burgem. blijven bij het eenmaal genomen besluit. 18-7-1818 9
fl200,- toegestaan. 25-7-1818 20
Klacht van de visvrouwen alhier aan Z.M. dat de 10 Napoleons,
haar door Z.M. geschonken, niet gelijkelijk onder haar zijn verdeeld.
Inlichtingen gevraagd. 21-7-1818 3
Verzoek van Gouverneur om het geschil zo mogelijk uit de weg te
ruimen en het resultaat te berichten. 8-8-18 18 IK
Declaratie van de huisman IPE JANS ZWART ad f1103,— voor het in
gebruik geven van land voor het verrijden van de Gouden Zweep tijdens het be
zoek van de Koning op 3-7-1818.
Wordt afgedaan met fl.40,-. 10-4-1819 12.
Mededeling door Gouverneur, dat op Do. 27-7-1820 de Prins van
Oranje de stad zal bezoeken, en wel een harddraverij zal willen bijwonen; dat
daarom door Gouverneur wordt voorgesteld op Vr. 28-7 een harddraverij te houden.
De tijd hiervoor is echter te kort. 24-7-1820
In Raad gebracht. 25-7-1820 5.
Door Raad Burgem. gemachtigd om de Prins te complementeren.
R. 26-7-1820.
Verzoek van Gouverneur dat, in verband met het bezoek van Z.K.H.
op woensdagavond of uiterlijk donderdagmorgen, de kramen op Nieuwestad en
Pijpen, mogen worden weggebroken.
Aangezien dat niet mogelijk is door het grote aantal der kramen en door de
daaropvolgende marktdag, wordt getracht Gouverneur van diens voornemen af te
brengen. 26-7-1820 1.
Inzending door Brandmeester A. K0EZE van declaratie ad f130,-
wegens onkosten ter gelegenheid der receptie van Z.K.H. de Prins van Oranje.
Declaratie wordt voldaan en A. KOEZE als dank voor de bewezen diensten een
gouden rijder aangeboden. 1-8-1820 6.
Toezending door Gouverneur van 2 mandaten voor: CHRISTIAAN
STÖCKER. Verzocht wordt deze af te geven tegen betaling van fl.1,75 zegel
en legesgelden6-2-1821 5.
Tijdens de vergadering van Burgem., die wordt bijgewoond door Gou
verneur, deelt deze persoolijk mede, dat op 28-5 of 29-5-1823 Z.M. hier een
bezoek zal brengen.
Besloten desverlangd de Gouden Zweep te doen verharddraven. 10-5-1823
(blz. 318).
In verband met het voorgenomen bezoek van Koning en Prins Frederik op 29-5-1823
worden de volgende maatregelen genomen:
Ontvangst door Burgem. en Raadscommissie.
Illuminatie Raadhuis.
Versiering van de woningen langs straten,die Z.M. passeert.
Audiëntie van de Raad bij Z.M.
Verharddraven van Gouden Zweep.