Raiffeisen- Spaarweek r n DjyiËM ENAULT OSIER 12—17 oktober: Commissaris H Voordewind Sparen is groeien bij de niir H fiJr 11 MB i ojfniiciD) VOOR NAAR Opperw.-meester P. Broeksma Levende taal Niet de allereerste, maar toch wel een van de eerste abon- nee's op 't Kleine Krantsje: onze oud-stadgenoot, de Com missaris Vertelt, H. Voorde wind. We ontmoetten hem in de stad, we verklapten hem iets van onze voorbereidingen en hij liet zich van zelfsprekend zouden we haast willen zeggen meteen no teren als abonnee. De heer Voordewind, oud Commissaris van Politie te Amsterdam, schrijver van het alleraardigste watersportboek „Voor de wind" en succesvol auteur van een aantal boek jes vol politie-ervaringen (De Commissaris vertelt, de Com missaris vertelt door, de Com missaris vertelt verder) kan z'n geboortestad maar niet vergeten. Elk jaar komt hij wel een paar dagen naar 't heitelan om weer eens heerlijk door Leeuwarden te zwerven: even door de oude binnenstad, even naar het Vliet, waar zoveel jeugdherinneringen liggen en waar een andere ouwe Stan- fries als Hein Appeldoorn al tijd wel klaar staat om ge zellig te praten „over die goeie ouwe tied". Zit deze Hein Appeldoorn langzamerhand tegen de ne gentig aan, de Commissaris is hard op weg naar de tachtig, en dat is een leeftijd om het met bepaalde dingen wat kal mer aan te doen. „Nee, ik schrijf (vertel) niet meer. Na dat akkevietje met die verzo pen jonkheer, waarover de Procureur zich nog al wat heeft opgewonden vijftig jaar geleden notabene; zoek dat nog maar es precies uit! ben ik maar met schrijven opgehouden. Maar lezen doe ik nou des te meer; ach man, jullie kunnen me nooit genoeg schrijven over dat ouwe Leeu warden!" 1U u Ui CO Ssf 2 CD UJ O O UJ O H Ui 2 Z m tr CL U) UI o m z Ui <n li. r u. r Of SPANJAARDSLAAN 162 - LEEUWARDEN -TELEF. 05100-20043 De heer P. Broeksma, Suma- trastraat 9, een dezer da gen ontmoet in de stad is een stadgenoot met een be wogen levensgeschiedenis. Hij kwam hier in 1934 bij de Rijkspolitie in het Paleis van Justitie. Daarvoor was de heer Broeksma wachtmeester van de Rijkspolitie in Twij- zel-Buitenpost. Ook stond hij als gemeente agent in Bever wijk en Drachten. In de eer ste wereldoorlog was hij ser geant ziekenverpleger in het leger. De laatste oorlog heeft voor hem het meest betekend, zoals voor zoveel mensen de oorlog een ommekeer heeft gebracht. Als politieman bekleedde men in die dagen een bijzonder kwetsbare functie, zowel voor het publiek als voor het per soonlijk geweten. In 1942 gaf hij er dan ook de brui aan en ruilde zijn uniform voor een burgerpakje bij het departe ment van economische zaken. Hij kon niet langer aanzien, dat hij collega's, Joden en burgers moest opbrengen. In tussen stond de heer Broek sma in nauw contact met de In etalage van rommelwin- keltje omgeving Vijzelstraat: twee boekjes over onze taal „Levende Taal" van J. H. Bose en D. M. Willigen Leergang Nederlands voor VHMO IH, en „De Levende Taal", Taaloefeningen II door Piet Oomes. Pal erboven briefje met potloodschrift: „Plaast uw rijweil waar u moet zijn". ondergrondse en dat bleef ook zo, toen hij bij economi sche zaken werkte. Het werk breidde zich zelfs uit. We ko men niet veel over deze pe riode te horen: „Ik heb al leen maar mijn christenplicht gedaan". Het enige wat de heer Broeksma vertelt, is het verhaal van de vijf Rotter dammers, die opgesloten zou den worden in Leeuwarden, omdat ze voedsel uit Fries land haalden met schepen. Hij zorgde er voor, dat de vijf man ontsnapten en onderge bracht werden. Door de Duit sers een hak te zetten kreeg hij de schepen die vast la gen in Staveren los en van de voedselcommissaris kreeg hij gedaan dat de schepen toch naar Rotterdam mochten. De inhoud was er echter bijna voor de helft uitgeplunderd door de Duitsers. Na een ge sprekje met de heer Koop- mans bood deze spontaan aan de schepen bij te vullen. Over geld werd niet gesproken. Nu was er nog een probleem. Hoe komen de Rotterdammers in Staveren? Auto's, bussen of treinen reden er niet. Bij de lijkkistenfabrikant Piet Boonstra stond nog een lijk wagen en deze bracht de op lossing. De heer Broeksma stapte er met de vijf Rotter dammers in en onder de stank van de gasturbine on dernam men de weinig com fortabele reis naar Staveren. De schepen werden losge maakt en via het Usselmeer kwam 120 ton voedsel veilig in Rotterdam. In 1950 kwam de heer Broek sma weer bij de politie te recht. Hij kreeg er schoon genoeg van, trok er in 1954 stilletjes tussenuit en ging met pensioen. Nu heeft hij een merkwaardige hobby: mensen helpen, die het moei lijk hebben. „Daar heb ik nu de tijd voor" zegt de 69 jarige heer Broeksma. Hij beweegt zich op allerlei terreinen en overal waar hij komt doet hij zijn werk met liefde. Daar naast werkt hij bij een verze kering. Zonder brood kan nie mand leven, ook al heb je als „hobby" sociaal werk.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1964 | | pagina 4