Er is geen bestaan meer voor een SIGARENMAKER Abonneert u zich dan op 't Kleine Krantsje Doe het direct! SCHAMEL LOON JAN VAN WIER weet wat een sigaar is DE SIGAREN MAKER Wilt U méér lezen over oud Leeuwarden, over Slanke Willem en Pang Wilt V méér lezen over het voetballen in grootvaders tijd Wilt V méér lezen over brandende kwesties, die ons bezig houden Het kost u maar in een half J A ar DOEN! Noteer mij als abonnee op 'T KLEINE KRANTSJE LEEUWARDEN TELT ER NOG MAAR TWEE Jan van Wier is bijna zijn hele leven de sigaar. Al langer dan 50 jaar. Om precies te zijn 53 jaar. Deze uitdrukking klinkt een beetje onvriendelijk, maar iedereen die de heer Van Wier kent, weet wat er bedoeld wordt. Voor hen die het niet weten; de heer Van Wier is sigarenmaker. In de Wolvesteeg op het einde van de Nieu- westad rollen ontelbare sigaren onder zijn handen vandaan. Het gaat allemaal zo vlug, dat de heer Van Wier een langzamer tempo moet aannemen, anders kunnen we niet zien, wat er allemaal precies gebeurt. Duizenden en nog eens duizenden sigaren passeerden zijn vingers. Hij is nu 66 jaar, maar hij weet nog even goed als vroeger de sigaren een ruggegraat te geven. De heer Van Wier werd 4) april 1898 geboren onder de waken de vier ogen van de Stenen Man in Harlingen. Zijn vader was steenhouwer. Na de la gere school hij was toen 12 jaar moest hij direct al de kost verdienen. Hij kwam eerst terecht bij een bouwma- terialenhandel, maar dat be viel hem niet. Als dertienja rig jochie veranderde hij van betrekking en kwam hij voor het eerst van zijn leven in een sigarenfabriek. Friesland telde er in die jaren tiental len. Als jongetje, of eigenlijk nog als kind, werden er lange da gen gemaakt. Veel te lang. Het begon 's morgens om 6 uur al en pas 14 uur later, 's avonds om 8 uur, kwam het einde. Meestal was dit echter nog niet genoeg. Sommigen moesten dan nog huiswerk meenemen ook. Zaterdags werd er gewerkt tot vijf uur. „Om drie uur begonnen we al te zingen", vertelt de heer van Wier. Tegen vijf kwam de baas op de fabriek. Hij ging dan langs zijn arbeiders en overhandigde ze hun loon. Zeven gulden, amper een cent in het uur Daarvoor moest je dan nog je pet afne men en dank je wel zeggen ook!", aldus de heer Van Wier. Hij voegt er echter aan toe, dat de tijden nu gelukkig beter zijn. Ellende en armoe de zijn voorbij. Hij is tevre den met zijn AOW. Volgens hem kan iedereen daar wel van rondkomen, als hij er af en toe iets bij verdient. „Dat hebben we te danken aan die oude voorvechters. Laat de jeugd waken dat het zo blijft" is de oprechte mening van sigarenmaker Van Wier. „Maar ik maak me niet meer druk. Dat is nergens meer voor nodfg". De opleiding tot sigarenma ker begint bij het strippen: de tabaksbladeren ontdoen van de nerven. Het is een handigheid, waar je beslist slag van moet hebben. Ver volgens komt het klaarmaken van het omblad en de opleg ger en daarna het buitenwerk van de sigaar. Dit vraagt de meeste handigheid en de grootste securiteit. Bovendien is het een gevoelskwestie. De aspirant-sigarenmaker mag proberen een wikkel te ma ken. Slaagt dit na een reeks van teleurstellingen en opdu vels van de baas, dan mag je je bosjemaker noemen. Voor de dekbladen is een nog gro tere vingervlugheid vereist. Je moet zowel rechts als links werken. Vanzelfsprekend moet dit pre cies gebeuren, want het be paalt het gezicht van de si gaar. Uiteindelijk mag je je dan si garenmaker noemen. „Was je verstandig dan maakte je je snel uit de voeten en zocht je een andere baas. Er was in die dagen nog keus genoeg", aldus de heer Van Wier. Hij kwam in Leeuwarden terecht bij sigarenfabriek U. de Boer in de Schrans. In Leeuwarden waren nog veel meer sigaren makers. Hij noemt er velen op: Tromp, Vliet; Mol, Schrans Ebbens; de Jong, Gysbert Ja- piksstraat; G. de Boer; Sie- tenga en Terhorst; Krol; Wietse Schaaf. In 1933 ging de sigarenfabriek van De Boer over de kop en op deze manier werd Van Wier min of meer noodge dwongen zelfstandig. Zolang heeft hij zijn bedrijfje ook al in de Wolvesteeg. Er is indje dertig jaar veel veranderd. Vroeger kochten ze een goede sigaar voor 2V2 ct per stuk, „doordeweekse" kon je krij gen voor een dubbeltje dan had je er vijf of zes. Daar staat tegenover dat je toen ook een pond tabak kocht voor lYVs cent of 15 cent. Nu kost zo'n zelfde pondje (dat nog altijd evenveel weegt!) zeven en acht gulden. Er is voor een particulier in de sigarenmakerij geen emplooi meer. De grote industrieën spuien hun sigaren met hon derden tegelijk uit de machi nes. Een andere factor is: de aantrekkelijke verpakking, waartegen een particulier nooit kan opboksen. De heer van Wier heeft zo zijn eigen klantenkring, die hij bedient. Hogerop zoekt hij het niet. Zijn de sigaren nu slechter dan vroeger? De heer Van Wier hoeft niet lang om zijn antwoord te zoeken. „Nee" zegt hij, „beslist niet. Er zijn natuurlijk wel fabrieken die sauzen gebruiken en kleur sel maar dat mag je ei genlijk niet schrijven. Vroe ger, vroeger was altijd alles beter. Dat hele woord vroe ger wordt op het laatst een mythe een verheerlijking zegt Van Wier. Samen met de Fa. Bouma aan de Cambuur- straat hoort de heer Van Wier tot de laatsten der Mo hikanen. Ln Friesland nog een zeldzaamheid. In Gronin gen is het al niet meer aan de orde. Zo zal het ook hier gaan_ Bel20302 of Ar Schrijf een briefkaartje of ■Ar Vul dit bonnetje in Naam Straat Woonplaats

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1964 | | pagina 9