'T KLEINE KRANTSJE In het vorige nummer van 't Kleine Krantsje hebben we beschre ven hoe bij Frisia het criquetten op de achtergrond raakte en plaats moest maken voor de voetbalsport. We hebben het over het historische treffen van Frisia tegen Be Quick gehad, we me moreerden de snel groeiende populariteit van Frisia in Leeu warden en ive noemden de resultaten van de eerste competitie wedstrijden van de Nederlandse Voetbal Bond. Nu moeten ive ons nodig gaan afvragen of het voetballen ook in andere plaat sen vaste grond onder de voeten kreeg. Lycurgus kampt met kinderziekten Het roemruchte Frisia geklopt Drie Sr0SUSSTÏN5 Voetbal Bond opgericht Kampioen van Friesland: luisterrijk feest Praten met Sparta Vervolgverhaal /WWWVWAAA/WUWWWWVX/XA«VWWVW>A/WW\ Lycurgus en Sparta gaan fuseren L.S.C. stelt „uitsmijters" aan Leeuwarden voet balcentrum Kanaalvoetbal viert hoogtij Jeekel en Heeger: Frisia's reuzenkee- pers De Kleitrappers gaan propaganda maken. u zo voetbalden ze in de goeie centen boete voor de Commissaris van ouwe tijd: met nog weinig Materiaal Penningmeester zonder geld toeschouwers langs de lijnen, en secretaris zonder notulen De Friese Voor we gaan zien, hoe het voetballen zich in Leeuwar den verder ontwikkelde, moe ten we een uitstapje maken naar Sneek, want daar werd in 1890 al het wiegje getim merd voor de latere L(ycur- gus) S(parta) CCombinatie), na Frisia, de oudste voetbal club van ons gewest. Op de vierde maart van dat jaar werd in de Waterpoort- stad de criquet- en crocket- club Lycurgus opgericht, een club, die kennelijk met ern stige kinderziekten te kampen kreeg, want tot tweemaal toe werd ze weer opgedoekt en heropgericht. Na de laatste herrijzenis bleek de club iets langer te willen leven en in 1897, toen net als bij Frisia het cricketen op de achtergrond was geraakt, besloot Lycurgus voortaan alleen King Soccer te gaan dienen. Na een korte oefentijd werd in 1896 de eerste grote wed strijd tegen het toen al roem ruchte Frisia gespeeld en zo waar door Lycurgus gewon nen met 10, een wapenfeit, waarover trotse grijsaards te genover kinderen en klein kinderen nog vaak hebben op gehakt. De opstelling van dat win nende elftal mag dan ook wel voor het nageslacht worden vastgelegd: doel: Th. Joekes (13 jaar oud!), achter: J. en St. Huges; midden: R. Klein, R. Rinkes en C. Hoogendijk; voor: F. Luyten, H. Klein, A. G. Menzel, J. W. Wilhelmv en L. Cock. Ondanks dit zo hoopgevende succes ging Lycurgus kort daarna voor de derde maal over de kop, maar als de kat, die wéér kwam, kwam ook Lycurgus terug: enkele maan den later werd de vereniging opnieuw opgericht en ditmaal eindelijk met meer perspec tief. Waren er in het begin van 1901 nog maar dertien leden buiten de vijf van het be stuur, aan het eind van dat jaar konden al twee elftallen worden geformeerd. Ze wer den om te beginnen tegenover elkaar in het veld gezet met de bijzondere bepaling, dat „het weglopen onder het spel niet was toegestaan" over tredingen zouden met geld boetes van vijf cent worden gestraft. Met een boete van drie cent werden voorts de «leden be dreigd, die het in het hoofd haalden „met de nieuwe bal" op straat te gaan spelen en de commissaris van materiaal mocht drie centen dokken, wanneer hij niet te allen tijde voor twee behoorlijke ballen zorgde. In 1902 speelde Lycurgus een wedstrijd tegen Voorwaarts uit Leeuwarden, een clubje, dat gedoemd was te leven in de schaduw van „het grote Frisia". Voorwaarts won met 41, maar in de boeken van Lycurgus kwam de einduit- slag 42 te staan. De Snekers vonden namelijk, dat de scheidsrechter hen een straf schop had onthouden en „daar wij die zeker hadden ge maakt" kon de uitslag gevoe gelijk op 42 worden ge steld Ook in Sneek werd in deze dagen een club met de naam Voorwaarts opgericht, die in 1903 met Lycurgus friseerde. Dank zij de tactiek van voor zitter Sluyterman kon de naam Lycurgus behouden blij ven, maar toen de fusie tot gevolg had, dat een groot aan tal weggelopen oud-Lycur- gianen tot hun oude liefde te rugkeerden, trokken de Voor- waartsmannen zich ijlings te rug en bliezen hun oude club je weer nieuw leven in. Dat Lycurgus ook financieel nog niet zo sterk op de be nen stond, kwam doordat de penningmeester geen contri butie ophaalde pas nadat deze glorieuze functionaris door een ander was vervan gen kwamen er weer wat cen ten in de pot. Trouwens, ook de man, die met het secretariaat was be last, had kennelijk meer aan z'n hoofd dan Lycurgus al leen, want het schrijven van het jaarverslag van 1904/1905 liet hij aan een ander over. „Haga was erg lui en schar relde liever met zeker ie mand" notuleerde z'n plaats vervanger W. Veenstra op recht en toen deze zelfde heer Veenstra officieel tot secreta ris was benoemd kon hij in bloemrijke taal in zijn ge schriften gewag maken van de escapade's van de meid van de boer, die aan de vereniging het speelterrein verhuurde. Ook de royale critiek op z'n medebestuursleden en de kos telijkste bijnamen kwamen zwart op wit te staan en wie nu, meer dan een halve eeuw later dergelijke notulenboe ken doorbladert, zal moeite hebben deze lectuur aan de kant te leggen. Het aanschaffen van een nieu we bal en een paar hand schoenen voor de doelverde- diger van het eerste elftal eisten onverwachte uitgaven en om de ontstane gaten in de kas te stoppen wilde het be stuur voor een bepaalde thuis wedstrijd een toegangsprijs van een dubbeltje gaan vra gen. Burgemeester en Wet houders van Sneek staken daar evenwel een stokje voor: geen entreegeld voor wat men voetbal durfde noemen! Dit is het elftal van Sparta, op de oude ijsbaan van Sneek gefotografeerd. We zien van links naar rechts, voor: M. Zelvelder, M. A. Henstra, Sj. Haga en Th. de Haas; midden: N. Hiemstra, S. Noordhof, E. Smit, T. Piersma, R. Postma, E. Pino en W. Beckering Lankhorst; achterste rij: H. Jongbloed, L. Smit, H. Smit en R. Regenbogen. Een belangrijke rol speelde Lycurgus bij het oprichten van de Friese Voetbal Bond, waarvan twee Lycurgianen, Van Loon en Zelvelder res pectievelijk secretaris en pen ningmeester werden. De vereniging besloot meteen met twee elftallen aan de competitie van deze nieuwe bond mee te doen en in fe bruari 1905 speelde het eer ste elftal van Lycurgus de eerste competitiewedstrijd en wel tegen de ploeg van het Instituut Poutsma uit Leeu warden, waarvan de latere leraar-sportverslaggever L. J. van Keyzerswaard een van de grote mannen was. Hij Van Keyzerswaard was het ook, die Lycurgus het eerste tegenpunt bezorgde, maar uiteindelijk wonnen de Snekers met 21 en toen I. P. en Voorwaarts tegen ei kaar de punten deelden, had Lycurgus tegen Voorwaarts aan een gelijk spel (11) al genoeg cm kampioen van Friesland te zijn. Het feest werd natuurlijk luisterrijk gevierd, maar reeds kwamen er donkere wolken voor de zon: verscheidene le den stonden op het punt naar elders te vertrekken en voor al toen een nieuwe Sneker club, Sparta, die op 11 fe bruari 1905 was opgericht, meer en meer aan populari teit won, ging de gezondheids toestand van Lycurgus snel achteruit. In het najaar van 1907 telde Lycurgus nog maar elf leden en toen vond men het hoog tijd worden eens met Sparta te gaan praten: wellicht zou er van Lycurgus en Sparta een Combinatie kunnen wor den gemaakt In 't volgende nummer van 't Kleine Krantsje

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1964 | | pagina 10