Voelde Tiemen Groen
niet thuis in Tokio?
zich
Qejaagde
wereld
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
„Die Hollanders?
Hja raffelje de bek ütelkoar"
Verrassend
Jong talent
Redactie,
administratie en
advertentieafdeling
Vredeman de
Vriesstraat 1
a. d. Emma kade
Telefoon 20302
Postgiro 98 1 0 62
Bankrelaties
Raiffeisenbank
Amsterdamsche
Bank N.V.
'T KLEINE mNTSJE
Een uitgave van
Fenno Schoustra's Publiciteitskantoor
Vredeman de Vriesstraat 1
aan de Emmakade - Leeuwarden
Abonnementsprijs
f 2,90 per half
jaar
f 5,80 per jaar
v. h. buitenland
f 7,50 per jaar
Losse nummers
40 cent
EERSTE JAARGANG - NUMMER 3
Verschijnt eenmaal in de veertien dagen
4 NOVEMBER 1964
Langer dan zestig jaar ge
leden zijn vanuit een dorpje
in de buurt van Bolsward
een melkknecht en zijn
vrouw naar Duitsland ver
trokken, zoals er in die tijd
zovelen naar het land van
onze oosterburen „emigreer
den". Toen wij er een dezer
dagen kwamen wisten de
oudsten van het dorp zich
hun vertrek tot in de klein
ste details te herinneren. De
emigratie was een geweldige
gebeurtenis geweest: dood
gewone opmerkingen, door
het emigrant en paar op het
moment van hun vertrek ge
lanceerd, staan nu nóg in
het geheugen van de vetera
nen gegrift.
Het is ondenkbaar, dat
iets dergelijks op dit mo
ment nog zo'n diepe indruk
zou maken; de wereld is er
veel te gejaagd voor gewor
den. Een drama, waarover
vroeger jaren werd gepraat,
blijkt nu na enkele weken
door de meeste mensen al
vergeten te zijn. De moord,
een halve eeuw geleden in
de Groeneweg gepleegd, is
in de kring van oudere Leeu
warders nog wel eens het
onderwerp van gesprek
over de doodslag Achter
Tulpenburg van enkele we
ken geleden, praat al nie
mand meer.
Steeds hoger wordt het
tempo, waarin we werken,
waarin we leven, steeds ge
jaagder wordt de wereld om
ons heen. De mens, die eens
zijn eigen levenstempo kon
Winkelier omgeving Berliku-
mermarkt staat met klant te
praten, [terwijl buiten een
van stadsorgels daverend, stuk
muziek weggeeft.
„Zal deur mar even dicht
doen" zegt winkelier, „horen
en zien vergaat je met dat
ding".
Moment later zwaait de deur
weer open: „Morgen heren
de meziek!"
Onmiddellijke reactie van
winkelier: „Gien meziek
hoord!"
Manser: „Gien meziek hoord?
We staan anders zowat op 'e
stoep!"
Winkelier: „Dan mut de wien
de andere kant uutweze
bepalen, wordt meer en
meer afhankelijk van het
tempo van de anderen; hij
dreigt het laatste restje van
z'n individualiteit te zullen
verliezen en lijkt in de mas
sa ten onder te gaan.
Het soms wellicht on
bewuste verlangen naar
de rust van vroeger, naar
wat meer gemoedelijkheid,
naar wat meer gezelligheid
ook, uit zich dikwijls in een
vastklampen aan herinne
ringen. Sterker dan ooit heb
ben wij de laatste weken
ondervonden, hoezeer en
hoe krachtig dit verlangen
bij velen leeft en zeker niet
bij de ouderen alleen!
Hoevelen hebben ons, na
het verschijnen van de eer
ste nummers van 't Kleine
Krantsje enthousiast opge
beld en ons ongevraagd
hele verhalen van vroeger
verteld, hoevelen zijn in de
pen geklommen en hebben
hun herinneringen op schrift
gesteld! En in al die reac
ties, in al die telefoontjes,
in al die brieven klonk over
duidelijk dat heimwee door,
dat terugverlangen naar wat
meer rust, meer intimiteit,
meer gemoedelijkheid.
Steeds gejaagder wordt
de wereld, steeds hoger
wordt ons levenstempo
zou er nog eens een dag ko
men, dat onze klein- en
achterkleinkinderen ons be
nijden om de „nog rustige
tijd", waarin hun groot
ouders „zo gelukkig" leef
den? Sch.
Heeft het Friese wielerfenomeen Tiemen Groen zich in Tokio niet thuisgevoeld?
Werd hij er door een brandend heimwee gekweld en heeft hij er met aanpas
singsmoeilijkheden te kampen gehad? Heeft dit alles zijn prestaties zo nadelig be
ïnvloed, dat hij er het goud niet kon grijpen, noch het zilver, noch het brons?
Alle kranten uit de dagen van de Olympische Spelen nog eens rustig nalezend, zou
men geneigd zijn die vragen bevestigend te beantwoorden, maar is de strekking
wel juist geweest van verschillende niet-Friese perspublikaties, waarin de jonge
crack werd voorgesteld als een stugge, koppige, terughoudende, zich weinig uitende
figuur?
Was het inderdaad zo, dat de
jonge renner uit Follega bij de
andere leden van de Olympi
sche ploeg geen aansluiting
Zocht, dat hij onverstoorbaar
z'n eigen gang ging op een
wijze, die sterk deed denken
aan het dikwijls scherp becri-
tiseerde en zelden begrepen
optreden van een andere co
ryfee uit de sport, die toevallig
ook uit Friesland kwam: de
voetbalcrack Abe Lenstra van
Heerenveen?
Al voor de verrassende ne
derlaag van de prille we
reldkampioen op deze spelen
in Tokio konden we lezen, dat
Tiemen Groen „haast niet te
benaderen was", dat bijna
geen mens „een woord uit
hem kon krijgen" en dat „hij
er zich kennelijk niet thuis-
voelde en waarschijnlijk ook
nog door heimwee werd ge
plaagd".
Met deze zienswijze stonden
de kranten niet alleen: ook
zijn coach Jan Derksen, die
ik hierover opbelde, deelde
mij mee, dat Tiemen inder
daad slecht te benaderen was
en zich minder uitte dan wel
licht wenselijk was geweest.
De vorige week keerde de
wereldkampioen, die ver van
huis in de Olympische arena
zo wreed van de troon was
gestoten, in Friesland terug
en een paar dagen later heb
ik hem in Follega opgezocht
om hem zijn mening te vra
gen over de gesignaleerde be
richten in de pers.
Ronduit verrassend mag ik
wel zijn reactie's noemen,
want Tiemen blijkt het in Ja
pan afgezien van züjn ne
derlagen, die hem uiteraard
wel zwaar hebben getroffen
best naar de zin te hebben
gehad.
Hij heeft dan ook geen mo
ment heimwee gehad en in
een van z'n eerste brieven
naar huis berichtte hij in alle
ernst er wel een jaar te wil
len blijven. De komst van
zijn vader naar Tokio een
verrassing van een nog
nog steeds onbekende wel
doener, die de reis van
de heer Groen Sr. bekostigde
heeft Tiemen uiteraard wel
prettig gevonden, maar
zegt hij het heeft geen en
kele invloed gehad, op de
overwinningen, die hij er be
vocht.
En wat dat aanpassen betreft
och, zegt Tiemen, wij Frie
zen zijn wat nuchter mis
schien, wij uiten ons niet zo
gauw, wij staan niet zo gauw
op de kop. „Mar die Hollan
ders tja, hja raffelje de
bek sahwat ütelkoar, mar dat
hat allegear toch gjin sin!"
Drie en een half jaar gele
den kreeg Tiemen Groen voor
het eerst het stuur van een
racefiets in handen. Veertien
jaar was hij toen en vóór er
Vervolg pag. 2
A/WWWWWWWWWVWWWWWWVWWWWX
Dit is de heer Piet van der Meer uit de Mozartstraat
in Leeuwarden. Bijna een halve eeuw geleden werd
hij plotseling geconfronteerd met een van de grootste
drama's in en om de Friese hoofdstad in de laatste
honderd jaar. Dank zij zijn koen ingrijpen konden
net op het nippertje drie mensen worden gered bij
een verdrinkingsramp, die aan vijf anderen het leven
kostte. Het was de tragedie in het Woudmantsje, die
de ouderen onder ons zich nog herinneren als de dag
van gisteren. Veel meer over deze ramp op de pagi
na's 6 en 7 in dit nummer van 't Kleine Krantsje.